's Herenleed

's Heren leed kan drijven
over zeeén vol van eenzaamheid
hij die gééstelijke strijd
verkiest voor vrolijkheid en wijven

onvermoeibaar stijgend in een statige kadans
verleist hij voeling met het plebs, par excellence

doorvlijmt van smarten
altoos tijgend in een tomeloze tocht
vervreemd van harten
die hij tot zijns gelijken rek'nen mocht

wie anders is het die het lossend woord nu spreken zal
dan hij die leep verzon
dat je voor je knechtenstal
het best de roetmop hebben kon

drommen dolende dragonders
stierven strijdend stram
in een welgevruis
tesaam,
zodat eenmaal zich benemen zou
hij wier wulps gewaar
een vroonpunt veler was


Peter Tersteeg