Es war einmal.

Regelmatig kom ik in de hoedanigheid van professionele zaalvulling op zakelijke partijtjes. Daar kom ik dan ook die heren tegen, die na een geslaagde carrière de overgang van de macht naar de invloed (nog) niet hebben kunnen maken. Zij zijn blijven hangen in hun roemrijke verleden toen zij nog een eigen koninkrijkje hadden. Het heeft iets triests als je het zo bij elkaar ziet.

Het is ook triest dat sommige functionarissen blijvend herinnerd (willen) worden aan hun glorieuze verleden omdat zij sommige versierselen van hun functie houden. Bijvoorbeeld een generaal, die niet meer in functie is, houdt zijn rang met toevoeging van het predikaat “ (b.d.)”. Generaals, die moeten zien te overleven in een vreemde wereld. Een wereld die niet snapt wat al die lintjes betekenden, die zij op het uniform mochten spelden. Sommigen lopen krom van de verdiensten. Prachtige hangers, maar er zijn geen tegenhangers, de versierselen voor als je eens iets fout deed. Overigens merkwaardig dat iemand een speldje krijgt omdat hij in Bosnië gewerkt heeft; als ik in het buitenland had gewerkt kreeg ik daar nooit een speldje voor.
Ook merkwaardig is, dat professoren, die met emeritaat gaan, hun titel en de daarvan afgeleide status houden. Ook hun wereld is er voor hen niet meer. Koningen zonder koninkrijk.

En dan de dictatortjes in de besturen van Verenigingen van Huiseigenaren van pensionado’s. “Belangrijke” functies waar zij zich nog helemaal kunnen laten gelden. De wereld is veranderd en dat hebben zij niet gemerkt. Ontzielde lichamen uit een wereld die niet meer bestaat. Wie zijn zij zonder hun verleden.

Er is gelukkig geen titel voor een directeur buiten dienst. Toch leven ook velen van hen in het verleden. Op de vele bijeenkomsten, die in het teken staan van het ‘netwerken’ kom je ze allemaal weer tegen. En ze hebben het er allemaal over wie ze waren. Wie ze zijn is kennelijk al zo weinig interessant geworden dat daar nauwelijks over gesproken wordt. Alleen de materiële successen van hun roemrijke verleden moeten uitgebreid geëtaleerd worden. Het stemt mij droef.

Natuurlijk zijn er ook goede uitzonderingen. De voormaligen die hun draai gevonden hebben en gelukkig zijn over wie zij nu zijn.
Bijvoorbeeld een Cruijff die zijn talenten heeft gebruikt, ook nadat hij profvoetballer af was. Cruijff wordt gerespecteerd om de persoonlijkheid die hij is.

Het doet pijn om afscheid te nemen van het verleden. Er is echter ook een heden waar je het respect krijgt voor wie je nu bent. En dat is mooi.

Peter Tersteeg
Directeur (b.d.)


PS de illustratie is een afbeedling van het schilderij “the Ugly Duchess” van de Vlaamse schilder Quentin Massys (c. 1465-1530). In haar geval was haar verleden misschien vriendelijker voor haar dan haar (vroegere) heden.




Excellentie, schaamt u zich niet stilletjes voor uw IND ?

Wij komen uit een andere wereld. Een wereld waar klantgerichtheid, efficiency en resultaat belangrijk zijn om te overleven. Elementen die bij de Immigratie- en naturalisatiedienst IND volstrekt onbekend zijn. Want wat betekenen die factoren in het opereren van IND ? Wie is eigenlijk de klant ? Is dat de Minister of is dat degene die een aanvraag voor een verblijfsvergunning indient ? Wat is de missie van IND ? Is dat zoveel mogelijk verzoeken afwijzen ? Is dat het voeren van een ontmoedigingsbeleid ? Is dat de Minister uit de wind houden ? Ik weet het niet; maar zou IND het weten ? Zouden daar wel eens heidesessies plaatsvinden om over visie, missie en strategie te praten ? Over efficiency hoeven we het al helemaal niet te hebben. Dat is direct duidelijk als je met IND te maken krijgt. En wat is eigenlijk resultaat voor IND ?

Allemaal normale management instrumenten in mijn wereld; kennelijk niet van toepassing op IND. Maar misschien moet ik het veel simpeler zien. IND is gewoon een eenvoudige uitvoeringsorganisatie die zich aan strikte regels moet houden. Dat is dan de missie: handhaaf de regels. Niets meer en niets minder. Veilig, want daar kun je je ook altijd achter verschuilen. 


IND zou werken aan klantgerichtheid. Meedenken met de klant, heet dat toch. Wel, het is mij niet opgevallen. Maar misschien was ik dan ook de klant helemaal niet toen wij in contact kwamen met de IND in de zaak over de weigering om een verblijfsvergunning te geven voor twee Nepalese meisjes die wij uit medemenselijkheid in ons huis hebben opgenomen. En omdat wij dan toch wellicht de klant niet zijn, mag men bij IND schaamteloos valse verwachtingen scheppen. Men meent zich te kunnen permitteren om slecht werk te leveren. Slecht omdat men zich niet verdiept in de zaak; slecht omdat men meent schrijnende gevallen af te kunnen doen met standaardteksten.  Slecht omdat men kennelijk beslissingen neemt op procedurele gronden, maar op een zodanig onzorgvuldige wijze dat de kwaliteit van de motivering bepaald niet professioneel te noemen is. Slecht omdat de motivering veelal suggestief, misleidend en in een aantal gevallen feitelijk onjuist is. Slecht omdat ridicule stellingen worden geponeerd. Slecht omdat je als vermeende klant gedwongen wordt om veel geld en energie te steken in juridische procedures. We zouden het van de leverancier van een wasmachine niet pikken. Maar ook daar zit de IND niet mee. Men wordt immers niet afgerekend op fouten. Het maakt allemaal niet uit. 




Ik moet eerlijk bekennen dat ik wel heb opgemerkt dat er nagedacht is over klantvriendelijkheid. Er staat bij IND namelijk een automaat waar je gratis koffie kunt krijgen. Voor de kinderen zijn er kleurplaten. Leuk voor de kinderen. Zeker als ze daarna horen dat ze uitgezet worden. Houden de kinderen in ieder gaval nog een goede herinnering over aan de Nederlandse IND.

Kennelijk vindt de Minister dit allemaal goed. Ik zou mij schamen als ik als Minister verantwoordelijk zou zijn voor de IND, maar ik kom dan ook uit een andere wereld. Maar misschien schaamt de Minister zich ook wel. Stilletjes, als niemand het ziet. Ik geef toe, de materie is lastig en het is allemaal niet eenvoudig. Maar ik als belastingbetaler meen ik recht te hebben op een professionele servicegerichte behandeling van een overheidsdienst. Ook al ben ik dan misschien de “klant” niet.  De helaasheid der dingen brengt met zich mee, dat dit kennelijk allemaal zo maar kan. En daar nemen we dan allemaal genoegen mee. Tot het ons raakt. 

Ik zou de Minister willen adviseren om eens goed te kijken hoe het er allemaal uit ziet vanaf de andere kant. Ik geloof oprecht dat de huidige Minister er van zou schrikken. En ik geloof ook nog dat hij het allemaal niet weet. Maar hij is er wel verantwoordelijk voor. At your service !

Peter Tersteeg


* in september 2010 heeft de Minister een verblijfsvergunning afgegeven voor de Nepalese kinderen. Zij mogen blijven; definitief.