Durf te vragen !

Op doorreis in Singapore vanuit Nepal stapte ik op Changi Airport in de metro om even naar het centrum te gaan. Er stond een man voor mij met een button op. Daarop stond te lezen “I can help you to loose weight. Ask me how ?” Gezien mijn eigen gewicht, keek ik de man aan met een blik van “zeg het maar”. Tot mijn verrassing zei hij “goedemorgen, komt u uit Nederland ?” De man was consulent van Herbal Life en woonde zelf in Nederland. Het was een aardig gesprek, zo maar in de metro van Singapore op een maandagmorgen in september. Ik kreeg zijn kaartje en daar bleef het verder bij.
 
Toch bleef ik aan zijn button denken. Niet zozeer vanwege de boodschap over het afvallen, waar ik zelf al jaren naar streef. Ik was gefascineerd door de gedachte wat je allemaal met zo’n button als communicatiemedium kunt doen. Stel je voor dat ik in Nederland, keurig gekleed in donker business suite, met een button zou rondlopen die, uit hoofde van mijn beroep, de tekst zou hebben “ik kan uw bedrijf helpen, vraagt u maar hoe ?”. Wat zou er dan gebeuren ? Ik zie de reacties al voor me. Alleen die zijn waarschijnlijk al de moeite waard om een boek over te schrijven.
 
Durf te vragen maakt het ons allemaal wel gemakkelijker. Er gewoon voor uitkomen wat je eigenlijk zou willen. Het is helaas not done. Je omgeving voelt zich ongemakkelijk; immers veelal kunnen ze aan je vraag niet voldoen. Kijk maar eens naar het arsenaal aan excuses die  op je afkomen. Slechts een enkeling kan iets en wil dat ook voor je doen.
 
Een leuk experiment, maar ik denk niet dat het er van gaat komen als ik weer terug ben in Nederland. Ik durf het namelijk niet. Maar de gedachte blijft interessant. En daar laten we het dan maar even bij.

Peter Tersteeg



Vandaag heb ik een wens

Vandaag heb ik een wens. Vandaag ben ik jarig. vandaag heb ik een wens. Al eerder had ik mij er al eens boos om gemaakt, maar het verdwijnt naar de achtergrond. Het leven gaat door, heet het. En de druppel en de gloeiende plaat. Allemaal excuses om iets niet te doen. Tot ik gisteren weer eens zo’n reportage zag over de meisjes die in India en Nepal sexueel misbruikt en uitgebuit worden. Afschuwelijke beelden, hokjes waar meisjes als konijnen weggestopt zijn. Waar sperma van de muren loopt. Waar gruwelijkheden uitgevreten worden die een normaal mens niet kan verzinnen. Zaken waar wij rechtstreeks over horen praten. In India, in Nepal.


Misschien raakte het mij zo omdat wij daadwerkelijk voorkomen hebben dat  onze twee Nepalese meisjes die nu  - min of meer toevallig – bij ons wonen, in zo’n horrorwereld terecht gekomen zouden zijn als hun moeder niet zo verstandig geweest was om bescherming voor ze te zoeken. 

Het maakt me kwaad, misselijk en verdrietig. Omdat dit allemaal gebeurt. En, omdat ik weet dat ik er eigenlijk niet zo veel aan kan doen. Maar dan vraag ik mij af, waarom spijkeren we de regeringen van India en Nepal niet aan de schandpaal ? Waarom eisen we geen politioneel of militair optreden. Waarom vinden wij dit allemaal goed ?  Waarom geven wij ontwikkelingshulp zodat onze Minister met de groots mogelijke egards geld mag komen brengen aan regeringen die voor dergelijke praktijken verantwoordelijk gesteld moeten worden. Waarom geen tribunaal wegens gruweldaden jegens de menselijkheid. En, maar dan iets minder fel, waarom halen we nog steeds geld op voor naaiklasjes voor moeders in Nepal en India. Ik betwijfel of het inzamelen van geld wel de manier is om dit probleem aan te pakken en op te lossen. Stuur er wat mij betreft een eenheid mariniers heen, ook al zit er geen olie. Maar doe iets. Redt deze meisjes met hun lege ogen en misbruikte lichaampjes.

Wij doen op onze manier ook ons best, maar als je dit ziet doen we het toch niet helemaal goed. Misschien moet de discussie op gang komen: ontwikkelingshulp  of militair ingrijpen. Ik weet het niet, maar misschien is er wel iemand die mij kan zeggen wat ik wel kan doen.



Peter Tersteeg



De helaasheid der dingen.

Onlangs zag ik een vacature voor een medewerker “hondenpoepbeleid” voor een gemeente in het noorden van Zuid-Holland. Ik weet niet welke gemeente het is, maar het is toch te treurig voor woorden dat een gemeente het nodig vindt een dergelijke functionaris aan te stellen. En dat in een tijd dat historische bezuinigingen noodzakelijk zijn. Als ik dat dan zo lees, dan vraag ik me toch wel het een en ander af. Zijn ze daar in die gemeente helemaal van God los ?  Wat voor college van B&W zit daar ? Is er dan helemaal geen toezicht vanuit een hogere instantie of zijn ze daar ook gestoord ? Wat zou onze in verkiezingstijd veel aangehaalde uitkeringsgerechtigde alleenstaande moeder er van vinden ? En als een dergelijk beleid nu zo nodig is, waarom kun je dan een collega gemeente niet gewoon vragen of zij misschien als een hondenpoepbeleid ontwikkeld hebben en of je dat dan misschien zou mogen hebben. Betaal er voor mijn part een licentievergoeding voor, maar hou op met dit soort onzin. We hebben toch wel andere prioriteiten in onze samenleving.

En dan nog de andere kant van het verhaal. Je zult maar zo'n functie hebben. Ik zie de beoordelingsgesprekken al voor me. En als je dan die functie goed vervult hebt, wat is dan je volgende carrièrestap. Krijg je bij zo'n functie ook therapeutische begeleiding, want je kunt toch niet met droge ogen op een verjaardagspartijtje vertellen dat je medewerker "hondenpoepbeleid" bent. En als je daar dan over in de lach schiet, heb je dan in ambtenaar in functie beledigd in zijn levensvreugde.
 

Helaas is het de helaasheid der dingen dat dergelijke zaken gewoon gebeuren in de spelonken van de (gemeentelijke) overheid. De overheid staat voor de opgave om miljarden te bezuinigen. En dan dit. Misschien snap ik het zelf wel niet. Ook dat is niet uitgesloten.


Peter Tersteeg

Olala

Welcome to my dream. Olala !

Als gekieteld tot in haar merg genoot zij, met fraai geveinsde verrukking, van de fantasie van smaken die ik haar bereid had. Mon menu surprise; een speciaal voor haar samengesteld, tongstrelend triootje van gemalen schaamluizen, in eigen lichaamsvet gebakken roerei en trans-sexuele garnalen. Op geraffineerde wijze gecombineerd met een bedje van ottolieten van de zeeraaf. Oh lala, mompelde zij zachtjes voor zich heen, terwijl haar zachte lippen bezit namen van de flamouche au poire. Zo ingetogen sensueel genoot zij van het heimweevoedsel, dat mijn hart spontaan de calorieënblues begon te zingen. Ik keek in de onpeilbare diepte van haar prachtige ogen. Prompt werd ik verliefd op haar.  Haar volmaakte schoonheid. C'est l'amour; toujours l'amour. De hongerwinter van Berlijn werd uit mijn hart verdreven. Van buiten hard als beton, inwendig vol ragfijn zielenleven, kon ik geen weerstand bieden aan haar alom tegenwoordige aanwezigheid in mijn gedachten. O schat van mij; zelfs je schaduw kan mij verblinden. The unbearable brightness of her being. Te mooi om waar te zijn. D'onderonsjes;  in één woord: fantastig. Wat een gelukkeling ben ik toch. 

In gedachten fluisterde ik zielsverrukkelijk teder, vol maatgevoel, tot haar: "yours truly."  Yours truly, dat zo heerlijk klinkt  als "uw troetelaer", hoewel het dat toch niet schijnt te betekenen. Maar dit geheel terzijde. Hoe dan ook, "yours truly" geeft dat verfijnde kraakloze smaakgevoel dat zo kararkteristiek passend voelt bij olala.
Mijn liefste lief kan tot het diepste van mijn wezen doordringen door mij alleen maar  met haar prachtig stralende ogen en liefdevolle blik aan te kijken. Een groots  genoegen om te mogen aanschouwen dat mijn lief volop geniet van mijn eenvoudige doch voedzame nagerecht: energiebesparende havermout, cake met eigengemaakte tabaksfluim, zacht verzuurde pulp en een eenvoudige moorkopf van chocolala. Een bodemloze belofte.

Na nog een haastige racistische zoen, aan het einde van mijn gelukzalige fantasie, ga ik nog even het gebak uitlaten. Het braaksel moet ook op ! 
Olala, de zielsverrukking die in mij opborrelt door haar  liefdevolle betutteling volgens de laatste inzichten. Zelfs de naam van mijn vermoedelijke maîtresse is onzeglijk mooi. Zalig zijn de eenvoudigen van geest.   

Leef je droom en het komt allemaal goed; ook voor de afgewezen koffieklanten onder ons. En voor die spekvette vriend, wiens naam niet genoemd kan worden. 

Elke dag vier ik mijn Groote Liefde voor haar.  Het leven is prachtig; wellicht word ik tachtig. Met allure. Een feeërieke  gedachte. Olala, ma chérie.




Peter Tersteeg






Je snapt het pas als je het door hebt



Mijn generaal is een generaal in vol ornaat met heel veel onderscheidingen ter linker zijde van zijn uniform. De tegenhangers aan de rechterkant zijn niet herkenbaar op het uniform. Dat is immers niet gebruikelijk. Het uniform geeft aan in welke wereld hij functioneert en het maakt hem ook herkenbaar in die wereld.

Mijn generaal is een troepengeneraal, die samen met zijn mannen ten strijde trekt en zich zeer nauw met hen verbonden voelt. Ook al moeten er soms mannen sneuvelen. Mijn generaal is streng, maar rechtvaardig. Mijn generaal is ook wel ijdel, hoewel mijn generaal zich terdege realiseert, dat zijn succes afhankelijk is van het functioneren van zijn troepen. Mijn generaal is uiteindelijk verantwoordelijk voor zijn troepen en mijn generaal neemt die verantwoordelijkheid ook.

Nadat men over de eerste angst heen is, die mijn generaal in vol ornaat uitstraalt, blijkt mijn generaal - tot ieders verbazing - over een hoge mate van medemenselijkheid te beschikken. Mijn generaal schrikt er niet voor terug om zijn mannen het bevel te geven “voorwaarts mannen, wij moeten terug”. Mijn generaal waakt ook over zijn mannen en is daardoor zeer lastig naar zijn superieuren. Maar mijn generaal gaat heel gericht op zijn doel af, wint veldslagen en uiteindelijk ook de oorlog. Mijn generaal is de held. Daar leeft mijn generaal van en voor. Maar dan. Dan is de oorlog ineens over. En mag mijn generaal nog een beetje meedoen aan vredesmissies of zijn memoires schrijven. Althans, zo voelt mijn generaal dat.

Ook mijn generaal belandt uiteindelijk in de fase, dat hij zijn uniform moet gaan uittrekken. Daar heeft hij heel veel moeite mee, want hij zou best nog wel een paar veldslagen of een grote “oorlog” willen.  Mijn generaal heeft er moeite mee om na zijn geslaagde carrière de overgang te maken van macht van zijn uniform naar invloed van zijn persoon. Immers de macht van mijn generaal was verbonden aan zijn uniform; zijn uniform vol onderscheidingen. En dan moet mijn generaal (b.d.), zonder uniform, zien te overleven in een vreemde wereld. Een wereld die niet snapt wat al die lintjes betekenen, die mijn generaal op zijn uniform mocht spelden.
 
En dan begint mijn generaal een beetje te snappen, dat er ook een wereld is waar invulling aan gegeven kan worden zonder uniform. Een wereld waarin de macht van zijn uniform niet belangrijk is. Ook dan blijkt er als vanzelf alles om hem heen te gebeuren. Zaken die het leven zin geven, naast alle militaire successen die mijn generaal ooit behaald heeft in een andere wereld. Opeens ervaart mijn generaal weer respect. Niet om “wat hij heeft” maar om “wie hij is”. Het is voor iedereen nog wel duidelijk, dat mijn generaal ergens nog een uniform heeft hangen, maar daar lijkt het toch niet meer zo om te gaan. Het heeft meer met de personality van mijn generaal te maken. Die personality die hem ooit ook tot generaal gebracht heeft. De personality die mijn generaal ook nu verder zal brengen; zonder uniform. Be yourself and be that perfectly.


Cruijff zegt daarover: “je snapt het pas als je het door hebt”. Hij wordt ook gerespecteerd  nadat hij zijn uniform heeft uitgetrokken. Cruijff heeft gelijk; maar eerlijk gezegd, snap ik het nog niet helemaal. 

Peter Tersteeg