Durf te vragen !

Op doorreis in Singapore vanuit Nepal stapte ik op Changi Airport in de metro om even naar het centrum te gaan. Er stond een man voor mij met een button op. Daarop stond te lezen “I can help you to loose weight. Ask me how ?” Gezien mijn eigen gewicht, keek ik de man aan met een blik van “zeg het maar”. Tot mijn verrassing zei hij “goedemorgen, komt u uit Nederland ?” De man was consulent van Herbal Life en woonde zelf in Nederland. Het was een aardig gesprek, zo maar in de metro van Singapore op een maandagmorgen in september. Ik kreeg zijn kaartje en daar bleef het verder bij.
 
Toch bleef ik aan zijn button denken. Niet zozeer vanwege de boodschap over het afvallen, waar ik zelf al jaren naar streef. Ik was gefascineerd door de gedachte wat je allemaal met zo’n button als communicatiemedium kunt doen. Stel je voor dat ik in Nederland, keurig gekleed in donker business suite, met een button zou rondlopen die, uit hoofde van mijn beroep, de tekst zou hebben “ik kan uw bedrijf helpen, vraagt u maar hoe ?”. Wat zou er dan gebeuren ? Ik zie de reacties al voor me. Alleen die zijn waarschijnlijk al de moeite waard om een boek over te schrijven.
 
Durf te vragen maakt het ons allemaal wel gemakkelijker. Er gewoon voor uitkomen wat je eigenlijk zou willen. Het is helaas not done. Je omgeving voelt zich ongemakkelijk; immers veelal kunnen ze aan je vraag niet voldoen. Kijk maar eens naar het arsenaal aan excuses die  op je afkomen. Slechts een enkeling kan iets en wil dat ook voor je doen.
 
Een leuk experiment, maar ik denk niet dat het er van gaat komen als ik weer terug ben in Nederland. Ik durf het namelijk niet. Maar de gedachte blijft interessant. En daar laten we het dan maar even bij.

Peter Tersteeg



Vandaag heb ik een wens

Vandaag heb ik een wens. Vandaag ben ik jarig. vandaag heb ik een wens. Al eerder had ik mij er al eens boos om gemaakt, maar het verdwijnt naar de achtergrond. Het leven gaat door, heet het. En de druppel en de gloeiende plaat. Allemaal excuses om iets niet te doen. Tot ik gisteren weer eens zo’n reportage zag over de meisjes die in India en Nepal sexueel misbruikt en uitgebuit worden. Afschuwelijke beelden, hokjes waar meisjes als konijnen weggestopt zijn. Waar sperma van de muren loopt. Waar gruwelijkheden uitgevreten worden die een normaal mens niet kan verzinnen. Zaken waar wij rechtstreeks over horen praten. In India, in Nepal.


Misschien raakte het mij zo omdat wij daadwerkelijk voorkomen hebben dat  onze twee Nepalese meisjes die nu  - min of meer toevallig – bij ons wonen, in zo’n horrorwereld terecht gekomen zouden zijn als hun moeder niet zo verstandig geweest was om bescherming voor ze te zoeken. 

Het maakt me kwaad, misselijk en verdrietig. Omdat dit allemaal gebeurt. En, omdat ik weet dat ik er eigenlijk niet zo veel aan kan doen. Maar dan vraag ik mij af, waarom spijkeren we de regeringen van India en Nepal niet aan de schandpaal ? Waarom eisen we geen politioneel of militair optreden. Waarom vinden wij dit allemaal goed ?  Waarom geven wij ontwikkelingshulp zodat onze Minister met de groots mogelijke egards geld mag komen brengen aan regeringen die voor dergelijke praktijken verantwoordelijk gesteld moeten worden. Waarom geen tribunaal wegens gruweldaden jegens de menselijkheid. En, maar dan iets minder fel, waarom halen we nog steeds geld op voor naaiklasjes voor moeders in Nepal en India. Ik betwijfel of het inzamelen van geld wel de manier is om dit probleem aan te pakken en op te lossen. Stuur er wat mij betreft een eenheid mariniers heen, ook al zit er geen olie. Maar doe iets. Redt deze meisjes met hun lege ogen en misbruikte lichaampjes.

Wij doen op onze manier ook ons best, maar als je dit ziet doen we het toch niet helemaal goed. Misschien moet de discussie op gang komen: ontwikkelingshulp  of militair ingrijpen. Ik weet het niet, maar misschien is er wel iemand die mij kan zeggen wat ik wel kan doen.



Peter Tersteeg



De helaasheid der dingen.

Onlangs zag ik een vacature voor een medewerker “hondenpoepbeleid” voor een gemeente in het noorden van Zuid-Holland. Ik weet niet welke gemeente het is, maar het is toch te treurig voor woorden dat een gemeente het nodig vindt een dergelijke functionaris aan te stellen. En dat in een tijd dat historische bezuinigingen noodzakelijk zijn. Als ik dat dan zo lees, dan vraag ik me toch wel het een en ander af. Zijn ze daar in die gemeente helemaal van God los ?  Wat voor college van B&W zit daar ? Is er dan helemaal geen toezicht vanuit een hogere instantie of zijn ze daar ook gestoord ? Wat zou onze in verkiezingstijd veel aangehaalde uitkeringsgerechtigde alleenstaande moeder er van vinden ? En als een dergelijk beleid nu zo nodig is, waarom kun je dan een collega gemeente niet gewoon vragen of zij misschien als een hondenpoepbeleid ontwikkeld hebben en of je dat dan misschien zou mogen hebben. Betaal er voor mijn part een licentievergoeding voor, maar hou op met dit soort onzin. We hebben toch wel andere prioriteiten in onze samenleving.

En dan nog de andere kant van het verhaal. Je zult maar zo'n functie hebben. Ik zie de beoordelingsgesprekken al voor me. En als je dan die functie goed vervult hebt, wat is dan je volgende carrièrestap. Krijg je bij zo'n functie ook therapeutische begeleiding, want je kunt toch niet met droge ogen op een verjaardagspartijtje vertellen dat je medewerker "hondenpoepbeleid" bent. En als je daar dan over in de lach schiet, heb je dan in ambtenaar in functie beledigd in zijn levensvreugde.
 

Helaas is het de helaasheid der dingen dat dergelijke zaken gewoon gebeuren in de spelonken van de (gemeentelijke) overheid. De overheid staat voor de opgave om miljarden te bezuinigen. En dan dit. Misschien snap ik het zelf wel niet. Ook dat is niet uitgesloten.


Peter Tersteeg

Olala

Welcome to my dream. Olala !

Als gekieteld tot in haar merg genoot zij, met fraai geveinsde verrukking, van de fantasie van smaken die ik haar bereid had. Mon menu surprise; een speciaal voor haar samengesteld, tongstrelend triootje van gemalen schaamluizen, in eigen lichaamsvet gebakken roerei en trans-sexuele garnalen. Op geraffineerde wijze gecombineerd met een bedje van ottolieten van de zeeraaf. Oh lala, mompelde zij zachtjes voor zich heen, terwijl haar zachte lippen bezit namen van de flamouche au poire. Zo ingetogen sensueel genoot zij van het heimweevoedsel, dat mijn hart spontaan de calorieënblues begon te zingen. Ik keek in de onpeilbare diepte van haar prachtige ogen. Prompt werd ik verliefd op haar.  Haar volmaakte schoonheid. C'est l'amour; toujours l'amour. De hongerwinter van Berlijn werd uit mijn hart verdreven. Van buiten hard als beton, inwendig vol ragfijn zielenleven, kon ik geen weerstand bieden aan haar alom tegenwoordige aanwezigheid in mijn gedachten. O schat van mij; zelfs je schaduw kan mij verblinden. The unbearable brightness of her being. Te mooi om waar te zijn. D'onderonsjes;  in één woord: fantastig. Wat een gelukkeling ben ik toch. 

In gedachten fluisterde ik zielsverrukkelijk teder, vol maatgevoel, tot haar: "yours truly."  Yours truly, dat zo heerlijk klinkt  als "uw troetelaer", hoewel het dat toch niet schijnt te betekenen. Maar dit geheel terzijde. Hoe dan ook, "yours truly" geeft dat verfijnde kraakloze smaakgevoel dat zo kararkteristiek passend voelt bij olala.
Mijn liefste lief kan tot het diepste van mijn wezen doordringen door mij alleen maar  met haar prachtig stralende ogen en liefdevolle blik aan te kijken. Een groots  genoegen om te mogen aanschouwen dat mijn lief volop geniet van mijn eenvoudige doch voedzame nagerecht: energiebesparende havermout, cake met eigengemaakte tabaksfluim, zacht verzuurde pulp en een eenvoudige moorkopf van chocolala. Een bodemloze belofte.

Na nog een haastige racistische zoen, aan het einde van mijn gelukzalige fantasie, ga ik nog even het gebak uitlaten. Het braaksel moet ook op ! 
Olala, de zielsverrukking die in mij opborrelt door haar  liefdevolle betutteling volgens de laatste inzichten. Zelfs de naam van mijn vermoedelijke maîtresse is onzeglijk mooi. Zalig zijn de eenvoudigen van geest.   

Leef je droom en het komt allemaal goed; ook voor de afgewezen koffieklanten onder ons. En voor die spekvette vriend, wiens naam niet genoemd kan worden. 

Elke dag vier ik mijn Groote Liefde voor haar.  Het leven is prachtig; wellicht word ik tachtig. Met allure. Een feeërieke  gedachte. Olala, ma chérie.




Peter Tersteeg






Je snapt het pas als je het door hebt



Mijn generaal is een generaal in vol ornaat met heel veel onderscheidingen ter linker zijde van zijn uniform. De tegenhangers aan de rechterkant zijn niet herkenbaar op het uniform. Dat is immers niet gebruikelijk. Het uniform geeft aan in welke wereld hij functioneert en het maakt hem ook herkenbaar in die wereld.

Mijn generaal is een troepengeneraal, die samen met zijn mannen ten strijde trekt en zich zeer nauw met hen verbonden voelt. Ook al moeten er soms mannen sneuvelen. Mijn generaal is streng, maar rechtvaardig. Mijn generaal is ook wel ijdel, hoewel mijn generaal zich terdege realiseert, dat zijn succes afhankelijk is van het functioneren van zijn troepen. Mijn generaal is uiteindelijk verantwoordelijk voor zijn troepen en mijn generaal neemt die verantwoordelijkheid ook.

Nadat men over de eerste angst heen is, die mijn generaal in vol ornaat uitstraalt, blijkt mijn generaal - tot ieders verbazing - over een hoge mate van medemenselijkheid te beschikken. Mijn generaal schrikt er niet voor terug om zijn mannen het bevel te geven “voorwaarts mannen, wij moeten terug”. Mijn generaal waakt ook over zijn mannen en is daardoor zeer lastig naar zijn superieuren. Maar mijn generaal gaat heel gericht op zijn doel af, wint veldslagen en uiteindelijk ook de oorlog. Mijn generaal is de held. Daar leeft mijn generaal van en voor. Maar dan. Dan is de oorlog ineens over. En mag mijn generaal nog een beetje meedoen aan vredesmissies of zijn memoires schrijven. Althans, zo voelt mijn generaal dat.

Ook mijn generaal belandt uiteindelijk in de fase, dat hij zijn uniform moet gaan uittrekken. Daar heeft hij heel veel moeite mee, want hij zou best nog wel een paar veldslagen of een grote “oorlog” willen.  Mijn generaal heeft er moeite mee om na zijn geslaagde carrière de overgang te maken van macht van zijn uniform naar invloed van zijn persoon. Immers de macht van mijn generaal was verbonden aan zijn uniform; zijn uniform vol onderscheidingen. En dan moet mijn generaal (b.d.), zonder uniform, zien te overleven in een vreemde wereld. Een wereld die niet snapt wat al die lintjes betekenen, die mijn generaal op zijn uniform mocht spelden.
 
En dan begint mijn generaal een beetje te snappen, dat er ook een wereld is waar invulling aan gegeven kan worden zonder uniform. Een wereld waarin de macht van zijn uniform niet belangrijk is. Ook dan blijkt er als vanzelf alles om hem heen te gebeuren. Zaken die het leven zin geven, naast alle militaire successen die mijn generaal ooit behaald heeft in een andere wereld. Opeens ervaart mijn generaal weer respect. Niet om “wat hij heeft” maar om “wie hij is”. Het is voor iedereen nog wel duidelijk, dat mijn generaal ergens nog een uniform heeft hangen, maar daar lijkt het toch niet meer zo om te gaan. Het heeft meer met de personality van mijn generaal te maken. Die personality die hem ooit ook tot generaal gebracht heeft. De personality die mijn generaal ook nu verder zal brengen; zonder uniform. Be yourself and be that perfectly.


Cruijff zegt daarover: “je snapt het pas als je het door hebt”. Hij wordt ook gerespecteerd  nadat hij zijn uniform heeft uitgetrokken. Cruijff heeft gelijk; maar eerlijk gezegd, snap ik het nog niet helemaal. 

Peter Tersteeg











Driving Brains & File Coaching

Het wordt met de dag erger. Die vreselijke files. Een absolute ramp en een zinloze verspilling van tijd. Alsof het allemaal niets kost. En dan nog het gadver gevoel als je in alle vroegte moet vertrekken om naar je werk of een afspraak te gaan. Je kunt bijna niets meer plannen: je bent of te laat of veel te vroeg. Vreselijk allemaal toch. Als je dat dan allemaal zo eens aan ziet dan zou daar toch een oplossing voor moeten zijn. Een oplossing niet in het aanleggen van nog meer asfalt, maar gewoon creatief met je tijd omgaan. Je tijd aangenaam en nuttig besteden.

Zo denk ik wel eens dat het handig zou zijn om Driving Brains op te zetten: een service om (top)managers naar hun werk of afspraak te rijden. Het zou mooi zijn als dat in een prachtig glimmende Bentley zou kunnen, maar gezien de kredietcrisis mag je niet verwachten dat een bank een dergelijk initiatief wil financieren. Ik zou het voorlopig dan even moeten doen met mijn eenvoudige Mercedes. Het idee is om als we dan we dan zo in de auto zitten - waarschijnlijk in zo’n onterechte file - we uw tijd nuttig dan nuttig kunnen invullen door bijvoorbeeld de strategie van uw onderneming te bespreken en wij u advies kunnen geven. Over management. Iemand die U met raad en daad terzijde kan staan.

Een vorm van filecoaching: een aardig idee toch. Van A naar Beter. Van hier naar wow ! Management advies op een creatieve manier. Over crisis, groei, consolidatie. Over oplossingen. Resultaatgericht de file in; met een blik op de weg. De blik op uw weg kan zo maar veranderen door de gesprekken die wij voeren. It is lonely at the top, en vertrouwelijke zaken zijn veelal intern moeilijk bespreekbaar. Ook daar biedt file coaching de oplossing voor. Vertrouwelijke en inspirerende gesprekken met iemand die zijn sporen in het bedrijfsleven verdiend heeft. Iemand die het gewoon leuk vind om anderen op een creatieve manier als mentor bij te staan bij de alledaagse beslommeringen die bij het managen van een onderneming horen. 


En wat dacht u van Flying Brains: wij gaan met u mee op zakenreis en helpen u met de contacten en contracten voor uw buitenlandse opdrachtgevers. Wij hebben iets met China en kunnen ons daardoor wellicht heel nuttig voor u maken. Het is allemaal bespreekbaar. Zelfs in het Chinees ! En dan hebben we nog Brains for Rent in de aanbieding: executive interim management om uw onderneming op tijdelijke basis bij te staan bij alle zaken die aan de orde komen bij crisis, groei, of consolidatie van een organisatie. Herpositionering, rendementsherstel, reorganisaties en start-ups. Allemaal leuk om te doen. 

Maar, er is meer.
Braindonaties: kennis en ervaring (gratis) beschikbaar stellen aan goede doelen. Zoals we dat doen voor de Stichting Noble House Nepal (http://www.engely.eu).

Mocht u meer over het idee van Driving Brains willen weten ? We hebben maar eens een website gemaakt: www.driving-brains.nl
 

Wij zijn er klaar voor ! U ook ?


Peter Tersteeg



 

De Nepalese palmreader

Een tijdje geleden was ik op bezoek bij de School of Management van de Universiteit van Kathmandu. Gezien mijn achtergrond wilde men eens met mij praten of ik belangstelling had om “managementles" te geven aan de studenten. Verheugend initiatief en ik voelde mij vereerd. Maar als je dan in het academische walhalla van het Nepalees management aankomt, dan wordt ook direct duidelijk dat het geven van managementles toch wel iets is als een doofstomme uitleggen hoe mooi een pianoconcert van Beethoven is. 



Toen ik aankwam zag ik een paar figuren, die snurkend op hun bureaustoel zaten. Kennelijk acceptabel gedrag, maar ik weet echt niet in welke management theorie zoiets past. Maar misschien heeft men in Nepal op deze manier een oplossing gevonden voor de werkdruk waar wij toch zo’n last van hebben als we eens een keer iets moeten doen. Vervolgens komt er een figuur die je naam in een heel groot boek schrijft en je vervolgens zo’n afschuwelijk koe-herkenningssysteem om je nek hangt: een heel grote kaart waarop met heel grote letters “visitor” staat. Alsof niet duidelijk zou zijn dat ik een bezoeker ben. Maar misschien hebben ze dat geleerd uit Amerikaanse management literatuur. Ik steek zo’n kaart maar in mijn zak. Dat vind ik gepaster. Ik vraag mij overigens af of de vroegere Koning of de huidige premier van Nepal ook zo’n koeherkenningssysteem om hun nek krijgen als ze langs komen. Mijn eerste les in management zou de vraag zijn: waarom zijn jullie hier en wat draag je bij. Maar ik geloof niet dat ik aan die eerste les toe kom, want ik hou me toch liever bezig met zaken die nuttiger zijn. Zoals bijvoorbeeld ons project voor de kansloze kinderen van Nepal. Maar dit geheel terzijde.


Een paar dagen later werd ik door een paar ondernemende Nepalezen uitgenodigd voor een lunch. Op mijn kosten uiteraard. Deze Nepalezen hadden bedacht dat het goed zou zijn om politiefunctionarissen en parlementsleden iets bij te brengen over crisismanagement. Ze hadden daar een symposium over gehouden waar de gebruikelijke professionele zaalvulling bij aanwezig was. Die uiterst leergierige zaalvulling zou zeker terugkomen als er zo’n cursus (met buffet) zou komen. Duidelijk dus dat er een geweldige markt is voor dergelijke activiteiten. Volgens mijn gastheren zouden de kosten worden gedragen door de United Nations. Enige probleem was nog even dat zij voor de opstartfase nog wat financiering mee moesten brengen. Maar dat zou voor mij toch geen probleem moeten zijn gezien de geweldige opportunities die zij mij boden. Toch. 


Met alle respect, maar het lijkt mij dat crisismanagement voor Nepalezen eigenlijk parels voor de zwijnen is. Want als je ziet hoe bijvoorbeeld een verkeersagent het verkeer volledig in het honderd laat lopen en er werkelijk helemaal niets effectief en efficiënt georganiseerd is, dan moet je toch wel heel veel roeping hebben om te geloven dat een calamiteit wel goed aangepakt zou kunnen worden. 

Maar ik had geluk. Ik was namelijk een paar dagen daarvoor bij een horoscopist geweest. Niet dat ik daar nu echt in geloof, maar in verleden had hij toch een aantal opmerkelijke uitspraken gedaan. Tijdens mijn laatste bezoek was hij er via mijn horoscoop achter gekomen, dat iedereen altijd beter van mij werd en dat het mij zelf nooit iets opleverde. Daar zit wel een kern van waarheid in, maar het was voor mij ook een prachtig excuus. Want als een horoscopist iets zegt dan is dat zonder meer waar.  De seminar heren vonden het wel jammer dat zij nu niet beter van mij konden worden, maar ze hadden er ook begrip voor dat het voor mij niet handig zou zijn om dat te doen als ik er zelf niet beter van werd. Dat is immers hun eigen filosofie. Kortom, ik had dankzij de horiscopist dus gelukkig een goed argument. Ik heb het verder maar zo gelaten en ga me maar weer met andere dingen bezighouden, waar ik misschien dan ook wel niet beter van word, maar wat in ieder geval de moeite waard is voor kansarme kinderen.



Weer een paar dagen later was ik aanwezigheid bij de presentatie over een boek over positive thinking. De professionele zaalvulling was wederom in volle getale aanwezig. Er was immers weer een uitgebreid buffet. Er zaten acht prominenten achter een grote tafel en elk der prominenten hield een lang en uitgebreid verhaal over de geweldige verdiensten van de schrijver en de betekenis van zijn nieuwe boek voor de jeugd van Nepal. Allemaal heel vriendelijk. Jammer dat alle toespraken in het Nepalees waren, maar uit de lichaamstaal en een enkele engels kreet kon ik toch nog veel opmaken. En als je dat dan allemaal zo zit aan te kijken zie je pas hoe ver wij eigenlijk zijn met onze eigen ontwikkeling. En dan begrijp je ook waarom Nepal niet verder komt. Een volslagen gebrek aan initiatief en daadkracht dragen daar dan nog aan bij. 

Ik denk overigens wel dat men in Nepal uitstekend in staat zou zijn om de cursus: "how to make things complicated for other people" (met buffet) te organiseren. Op dat terrein heeft Nepal vele deskundigen. 



Omdat ik er volgens mijn horoscopist toch niet beter van word, beperk ik mij er voorlopig maar toe om mijn vrouw te helpen met haar project Noble House: het bieden van een stukje toekomst aan kansarme Nepalese kinderen. (zie www.engely.nl) En dat doe ik graag !! En hier heeft de horoscopist dan bepaald ongelijk: ik word er wel degelijk beter van. Zij het niet financieel, maar dat heb ik er graag voor over. 



Peter Tersteeg





Academische reizen

Het was weer volop genieten van de achterpagina van NRC. Eerst de onvolprezen column van Youp. Helemaal geweldig. Maar op diezelfde pagina een toppunt van onnozelheid volgens de definities van meneer Youp. Hij zou eens moeten weten dat zijn geesteskind met enige regelmaat geplaatst wordt boven een sneue advertentie van “Academische Reizen”. Een advertentie met als ondertitel “reizen in goed gezelschap”. Het lijkt wel een dating site, hoewel ik daar als zodanig niets tegen heb. De onnozelheid en arrogantie ten top. Voorts pretendeert men reizen op hoog niveau. Wat “niveau” te maken heeft met “reizen in goed gezelschap” is mij niet duidelijk, maar volgens de kennelijke academicussen van Academische Reizen is er een causaal verband. Voor de niet-academici onder ons: een oorzakelijk verband. Mij ontgaat dat verband.


Gelukkig of helaas – whatever you like - zijn de smaakmakers van Academische Reizen net nog niet zo ver gegaan om de reizen exclusief voor academici aan te prijzen. Immers dat zou wellicht ook tot een shockschadeclaim van zich gediscrimineerd voelende niet-academici kunnen leiden. Mij leidt het tot de conclusie dat het zogenaamde goede academische gezelschap dus niet gegarandeerd is. Als we het dan toch over schadeclaims hebben: zou dit onder de productaansprakelijkheid vallen ?


Bijna met schaamrood op de kaken, moet ik bekennen dat ik een heuse academicus ben. Althans, ik heb in de vorige eeuw aan een Universiteit gestudeerd en aldaar een academische titel verworven. Gelukkig heb ik het voorrecht om regelmatig in goed gezelschap te verkeren. En dat goede gezelschap zijn mensen met belangstelling voor hun medemens. Ongeacht rang of stand. Ik geloof dan ook niet, dat het voor mij echt geslaagd zou zijn om aansluiting te zoeken bij een groep academicussen die voor € 2.885 oudejaarsavond in New York gaat doorbrengen. Ik geef toch de voorkeur aan mijn eigen “goede” gezelschap.




Peter Tersteeg









Bedriegenden, bedrogenen en de kunst van het bezuinigen.

Op een onbewaakt moment verbaas ik mij zo heel stilletjes wel eens over de gang van zaken bij de Overheid: het Rijk van de bedriegenden die heersen over de bedrogenen. De bedriegenden die zich manifesteren als de verborgen graaiers en de bedrogenen die het niet in de gaten hebben. Daar dacht ik aan toen ik vandaag in de trein zat en zo eens naar buiten keek en om mij heel allerlei riante (semi-) over- heidsgebouwen zag staan. Toen schoot mij de gedachte te binnen over een heel andere categorie graaiers. Graaiers waar niemand zich druk om lijkt te maken. Bedriegenden die als ambtenaar huizen in riante kantoren, waar op niets bezuinigd wordt.

In het bedrijfsleven is dat toch wel anders. Daar moet hard gewerkt worden. Daar moet het eerst verdiend worden. Bij de bedriegenden gaat dat anders. Daar zijn geen bonussen, maar wel (immateriële) rechten. Oneindig veel. En in die wereld is belangrijk dat de ambtenaren vooral maar ontstresst bezig kunnen zijn met het naleven van de vele onzinnige regeltjes. Er wordt goud besteed aan het naleven van onzin. De regelzucht die onbegrensd lijkt. Ambtenaren die komen controleren of je een hond hebt, ambtenaren die bepalen of je wel of niet vanuit je eigen huis mag trouwen, ambtenaren die er op toezien of je een boom in je eigen tuin wel of niet mag kappen, ambtenaren die bepalen hoe het kippenhok er uit moet zien, ambtenaren die bepalen of je je gordel om hebt, ambtenaren die bepalen waar (te hoge) verkeersdrempels of onzinnige rotondes aangelegd worden. Ambtenaren die heel Nederland volzetten met ge- en verbodsborden. Ik heb het idee dat er meer borden langs de weg staan dan dat wij inwoners hebben. Ambtenaren die per definitie een goed pensioen hebben en niet ontslagen worden. Maar wat geeft het. Ambtenaren worden niet op resultaat afgerekend en ambtenaren hebben geen enkel belang bij “excellent presteren”. En de belastingbetalers - de bedrogenen - betalen dit allemaal. En je hoort ze niet. Merkwaardig toch.

Er moet bezuinigd worden. Daar zijn we het over eens. Helaas worden de bezuinigingen uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van bestuurders die nooit enige profit verantwoordelijkheid hebben gedragen. Voor het overige zullen zij ongetwijfeld uiterst capabel zijn. Maar ik twijfel aan hun deskundigheid op het terrein van de kunst van het bezuinigen. Wij gedogen dit allemaal. En het zal er naar mijn verachting niet van komen dat ambtenaren hun theezakje moeten delen met een collega. Ik stel voor dat we dat dan voorlopig ook nog maar even gedogen.

Laat mijn boodschap helder zijn: zero base budgettering zou een uitkomst zijn voor de overheid. Bezin je op je kerntaken en bepaal wat echt nodig is. Vast geen verkeersbod of een verdwaalde rotonde. En doe wat je moet doen heel goed en heel efficiënt. Bijkomend voordeel zal ongetwijfeld ook zijn dat er minder kostbare fouten gemaakt worden. De voorbeelden liggen voor het oprapen. Er kan meer gedaan worden voor minder geld. Dat is pas echt besparen. Maar dat is dan ook een kunst.


Peter Tersteeg


Nepalese tegenstellingen

Nu we zelf ineens twee Nepalese kinderen hebben, krijgt een bezoek aan Nepal toch een andere dimensie. Enerzijds de ongekende domheid van de bevolking waar je steeds weer tegen aan loopt; anderzijds dat kleien beetje wat je kunt toevoegen om er iets moois van te maken. Je hoeft niet iets goed te kunnen om iets goed te kunnen doen. Een klein stapje voor ons dat van levensbelang kan zijn voor een ander, zoals we dat met name bij Sirjana gezien hebben. En daardoor kun je het volhouden.
 
Kinderen zonder toekomst, niet gekend, verlaten, getekend, verwaarloosd en zo hulpeloos zonder onze hulp. Bij elk bezoek aan Nepal zijn het de kindergezichtjes die je treffen. Maar ook heel blije kinderen die het helemaal geweldig vinden als we in ons bergproject broodjes met pindakaas of chocoladepasta voor ze maken. Zoiets hebben ze nog nooit meegemaakt. En daarna spelen met ballonnen. Ze vinden het geweldig en ook wij hebben er plezier in. En dan mogen ze de nieuwe warme kleren passen die meegekomen zijn. Weer feest en wat zijn ze er blij mee. Het wordt allemaal heel zorgvuldig opgeborgen onder hun bed. Via onze contacten komen zij dan bij ons, waar ze aandacht en scholing krijgen. Het is mooi om te zien.
 
Machteloos toekijken met het besef dat een klein kindje van 11 dagen oud zal overlijden zonder onze hulp. Wanhoop en verdriet bij de moeder. Nee ! Dit laten we niet gebeuren en het kindje is in een ziekenhuis opgenomen waar ook weer niet alle hulp voorhanden was. Het kinderziekenhuis kan (nog) niet opereren omdat er geen zuurstof voorziening is. Met een klein beetje konden we ook daar iets aan doen en men is begonnen met de aanleg van een “oxygen life line”: een centrale zuurstofvoorziening.
 
Afgelopen week is Shangita overleden. Haar leven was kort voor haar; nog maar 11 jaar. Ontsteld dat in Nepal geen beenmergtransplantatie mogelijk is. De laatste drie maanden hebben we haar in een ziekenhuis kunnen opvangen zodat ze geen pijn zou lijden, machteloos dat we haar niet konden helpen. Gelukkig had ze geen besef wat er met haar gebeurde en is ze zonder veel pijn ingeslapen.
Wanhoop wanneer je ziet dat langzaam een klein kindje van amper 10 dagen oud te ziek om reacties te geven gaat overlijden. Ontredderd haar nog jonge moeder omdat hulp niet gegeven kan worden. Dan is keuzes maken niet relevant meer.
 
Maar ook weer de mooie dingen als we zien hoe Shivangy – twee jaar geleden opgenomen in ons Down Syndroom project – fantastisch is opgeknapt en nu misschien wel weer een stukje toekomst heeft. En dan onze grote vriend, die ooit een drumstel heeft gekregen. De tranen schieten in je ogen als je hem bezig ziet. Ook dat is mooi om mee te maken.
 
En dan weer de andere kant. De officials die aangeven die onze Nepalese kinderen willen zien om vast te stellen dat het goed gaat met ze. Het kan ze helemaal niets schelen hoe het met de kinderen gaat, net zo min als het ze iets kan schelen wat er met al die andere tienduizenden kinderen gebeurt die verkocht worden in de prostitutie of als werkslaaf. Je wilt het allemaal niet weten. Het gaat er alleen maar om dat ze geld wilden zien. Mooi niet dus, want door het besluit van onze Minister zijn ze nu veilig bij ons. Een geruststellende gedachte.  De officials die zich er ook niet om bekommeren als je in Kathmandu langs de kant van de weg vrouwen ziet bedelen, die om meer geld op te halen, gewoon babies uit opvanghuizen lenen.
 
De Nepalese tegenstellingen; je moet er maar mee leren leven. Je hebt geen andere keus.

Peter Tersteeg
 
meer actuele info: www.Engely.eu

Es war einmal.

Regelmatig kom ik in de hoedanigheid van professionele zaalvulling op zakelijke partijtjes. Daar kom ik dan ook die heren tegen, die na een geslaagde carrière de overgang van de macht naar de invloed (nog) niet hebben kunnen maken. Zij zijn blijven hangen in hun roemrijke verleden toen zij nog een eigen koninkrijkje hadden. Het heeft iets triests als je het zo bij elkaar ziet.

Het is ook triest dat sommige functionarissen blijvend herinnerd (willen) worden aan hun glorieuze verleden omdat zij sommige versierselen van hun functie houden. Bijvoorbeeld een generaal, die niet meer in functie is, houdt zijn rang met toevoeging van het predikaat “ (b.d.)”. Generaals, die moeten zien te overleven in een vreemde wereld. Een wereld die niet snapt wat al die lintjes betekenden, die zij op het uniform mochten spelden. Sommigen lopen krom van de verdiensten. Prachtige hangers, maar er zijn geen tegenhangers, de versierselen voor als je eens iets fout deed. Overigens merkwaardig dat iemand een speldje krijgt omdat hij in Bosnië gewerkt heeft; als ik in het buitenland had gewerkt kreeg ik daar nooit een speldje voor.
Ook merkwaardig is, dat professoren, die met emeritaat gaan, hun titel en de daarvan afgeleide status houden. Ook hun wereld is er voor hen niet meer. Koningen zonder koninkrijk.

En dan de dictatortjes in de besturen van Verenigingen van Huiseigenaren van pensionado’s. “Belangrijke” functies waar zij zich nog helemaal kunnen laten gelden. De wereld is veranderd en dat hebben zij niet gemerkt. Ontzielde lichamen uit een wereld die niet meer bestaat. Wie zijn zij zonder hun verleden.

Er is gelukkig geen titel voor een directeur buiten dienst. Toch leven ook velen van hen in het verleden. Op de vele bijeenkomsten, die in het teken staan van het ‘netwerken’ kom je ze allemaal weer tegen. En ze hebben het er allemaal over wie ze waren. Wie ze zijn is kennelijk al zo weinig interessant geworden dat daar nauwelijks over gesproken wordt. Alleen de materiële successen van hun roemrijke verleden moeten uitgebreid geëtaleerd worden. Het stemt mij droef.

Natuurlijk zijn er ook goede uitzonderingen. De voormaligen die hun draai gevonden hebben en gelukkig zijn over wie zij nu zijn.
Bijvoorbeeld een Cruijff die zijn talenten heeft gebruikt, ook nadat hij profvoetballer af was. Cruijff wordt gerespecteerd om de persoonlijkheid die hij is.

Het doet pijn om afscheid te nemen van het verleden. Er is echter ook een heden waar je het respect krijgt voor wie je nu bent. En dat is mooi.

Peter Tersteeg
Directeur (b.d.)


PS de illustratie is een afbeedling van het schilderij “the Ugly Duchess” van de Vlaamse schilder Quentin Massys (c. 1465-1530). In haar geval was haar verleden misschien vriendelijker voor haar dan haar (vroegere) heden.




Excellentie, schaamt u zich niet stilletjes voor uw IND ?

Wij komen uit een andere wereld. Een wereld waar klantgerichtheid, efficiency en resultaat belangrijk zijn om te overleven. Elementen die bij de Immigratie- en naturalisatiedienst IND volstrekt onbekend zijn. Want wat betekenen die factoren in het opereren van IND ? Wie is eigenlijk de klant ? Is dat de Minister of is dat degene die een aanvraag voor een verblijfsvergunning indient ? Wat is de missie van IND ? Is dat zoveel mogelijk verzoeken afwijzen ? Is dat het voeren van een ontmoedigingsbeleid ? Is dat de Minister uit de wind houden ? Ik weet het niet; maar zou IND het weten ? Zouden daar wel eens heidesessies plaatsvinden om over visie, missie en strategie te praten ? Over efficiency hoeven we het al helemaal niet te hebben. Dat is direct duidelijk als je met IND te maken krijgt. En wat is eigenlijk resultaat voor IND ?

Allemaal normale management instrumenten in mijn wereld; kennelijk niet van toepassing op IND. Maar misschien moet ik het veel simpeler zien. IND is gewoon een eenvoudige uitvoeringsorganisatie die zich aan strikte regels moet houden. Dat is dan de missie: handhaaf de regels. Niets meer en niets minder. Veilig, want daar kun je je ook altijd achter verschuilen. 


IND zou werken aan klantgerichtheid. Meedenken met de klant, heet dat toch. Wel, het is mij niet opgevallen. Maar misschien was ik dan ook de klant helemaal niet toen wij in contact kwamen met de IND in de zaak over de weigering om een verblijfsvergunning te geven voor twee Nepalese meisjes die wij uit medemenselijkheid in ons huis hebben opgenomen. En omdat wij dan toch wellicht de klant niet zijn, mag men bij IND schaamteloos valse verwachtingen scheppen. Men meent zich te kunnen permitteren om slecht werk te leveren. Slecht omdat men zich niet verdiept in de zaak; slecht omdat men meent schrijnende gevallen af te kunnen doen met standaardteksten.  Slecht omdat men kennelijk beslissingen neemt op procedurele gronden, maar op een zodanig onzorgvuldige wijze dat de kwaliteit van de motivering bepaald niet professioneel te noemen is. Slecht omdat de motivering veelal suggestief, misleidend en in een aantal gevallen feitelijk onjuist is. Slecht omdat ridicule stellingen worden geponeerd. Slecht omdat je als vermeende klant gedwongen wordt om veel geld en energie te steken in juridische procedures. We zouden het van de leverancier van een wasmachine niet pikken. Maar ook daar zit de IND niet mee. Men wordt immers niet afgerekend op fouten. Het maakt allemaal niet uit. 




Ik moet eerlijk bekennen dat ik wel heb opgemerkt dat er nagedacht is over klantvriendelijkheid. Er staat bij IND namelijk een automaat waar je gratis koffie kunt krijgen. Voor de kinderen zijn er kleurplaten. Leuk voor de kinderen. Zeker als ze daarna horen dat ze uitgezet worden. Houden de kinderen in ieder gaval nog een goede herinnering over aan de Nederlandse IND.

Kennelijk vindt de Minister dit allemaal goed. Ik zou mij schamen als ik als Minister verantwoordelijk zou zijn voor de IND, maar ik kom dan ook uit een andere wereld. Maar misschien schaamt de Minister zich ook wel. Stilletjes, als niemand het ziet. Ik geef toe, de materie is lastig en het is allemaal niet eenvoudig. Maar ik als belastingbetaler meen ik recht te hebben op een professionele servicegerichte behandeling van een overheidsdienst. Ook al ben ik dan misschien de “klant” niet.  De helaasheid der dingen brengt met zich mee, dat dit kennelijk allemaal zo maar kan. En daar nemen we dan allemaal genoegen mee. Tot het ons raakt. 

Ik zou de Minister willen adviseren om eens goed te kijken hoe het er allemaal uit ziet vanaf de andere kant. Ik geloof oprecht dat de huidige Minister er van zou schrikken. En ik geloof ook nog dat hij het allemaal niet weet. Maar hij is er wel verantwoordelijk voor. At your service !

Peter Tersteeg


* in september 2010 heeft de Minister een verblijfsvergunning afgegeven voor de Nepalese kinderen. Zij mogen blijven; definitief. 

Et alors ?


Een van Mitterrands meest beroemde uitspraken is geen politieke uitspraak. Toen in 1994 het blad Paris Match bestaan van maîtresse met een buitenechtelijk dochter aan het licht bracht, reageerde Mitterrand met de gevleugelde woorden "et alors”. Dit kon hij doen omdat in de Franse politiek privé en publiek in het algemeen goed gescheiden worden. Het is algemeen bekend dat publieke figuren er allerlei relaties op nahouden, zonder dat dit het publieke functioneren ernstig belemmert. Onze Jack de Vries kwam er minder genadig van af in ons landje van gristelijk agrarisch denken. Laten we het voor hem maar vriendelijk houden op “Les petites misères d’un demi-fou”. En wat te denken van Bill Clinton. Die had heel wat meer woorden nodig dan "et alors".

Dat brengt mij dan weer op de gedachte of God, die in Frankrijk leefde, ook een maîtresse had. Zie de Paus al roepen "na und". Interessante gedachte. Toch ?

In mijn oren klinkt "et alors" zo charmant dat je de maîtresse er gewoon bij kunt denken. Toch heel wat anders dan het platvloerse "so what" of, erger nog "na und". Daar past toch geen maîtresse bij.  


Peter Tersteeg

Geen tijd

Geen tijd. Druk op een 1 als u wilt weten hoe het met de kinderen gaat;  druk op een 2 als u wilt weten hoe onze vakantie is geweest.

Tijd; een onderwerp dat maar al te vaak onderwerp is van misschien te diepe filosofische discussies die al dan niet onder het genot van de nodige geestverruimende versnaperingen gevoerd worden. We zouden het over de relativiteit ervan kunnen hebben: duurt een dag voor een kind van vijf net zo lang als voor een man van zeventig ? Moeilijk te meten, aangezien het om waarneming gaat. Maar tegelijkertijd denken we dat tijd een objectief te meten dimensie is die voor iedereen hetzelfde is. 



Terug gaan in de tijd. Het veranderen van het decor van je gedachten, waardoor gevoelens van toen opgeroepen worden. Mooie gevoelens of slechte herinneringen. Wederom een kwestie van persoonlijke waarneming. 



Wachten heeft ook iets met tijd. Uitzien naar een toekomstige gebeurtenis. Een gebeurtenis waarvan men soms zo gebiologeerd is dat de tijd ongemerkt voorbij gaat. Een gebeurtenis kan anderzijds zo ingrijpend zijn, dat de tijd even stil lijkt te staan. De tijd stond even stil, is een vaak gebruikte uitdrukking. Subjectief helder, objectief onmogelijk. 



Moeilijk. Aan de andere kant is tijd natuurlijk ook een heel simpel iets: slechts een set regels die iedereen ter wereld met elkaar afgesproken heeft om bijvoorbeeld elkaar op hetzelfde moment te ontmoeten. Waardoor je ook weer zou kunnen beargumenteren dat tijd hetzelfde is als een locatie: als je beiden immers een andere tijd in gedachten hebt, loop je elkaar mis. Hetzelfde werkt het met een locatie: komt die niet overeen in een afspraak, dan mis je elkaar ook. 



Tijd kan enerzijds worden exact worden weergeven met een atoomklok. Anderzijds is tijd een  zeer persoonlijke waardering. Zoals de één het roze schilderij van Liu Ye op een roze muur saai zal vinden en de ander zich herkent in de titel WOW van dit schilderij. Het is maar hoe je er naar kijkt. 

Helaas heb ik nu even geen tijd om er verder over na te denken.

Peter Tersteeg

De naakte waarheid

De waarheid  bestaat niet en kan ook niet kan bestaan. Alleen een waarheid bestaat. Het is namelijk de subjectieve interpretatie van de werkelijkheid. Toch valt hier nog wel wat op af te dingen. Sommige mensen vinden dat God niet bestaat, maar toch houden we er in ons denken en handelen rekening mee. Zo ook met de waarheid. En ook al zou die dan niet bestaan, toch is het een leidraad voor onze normen en waarden. De waarheid is in  onze cultuur een belangrijke waarde, waar we soms een rechter bij halen om die onbestaanbare waarheid vast te stellen.

Ieder mens leeft in zijn eigen waarheid en het is de vraag of wij dat zo moeten laten.

  • Moet een arts een patiënt met een ongeneeslijke ziekte de waarheid vertellen;
  • moeten ouders hun kinderen in de pubertijd in voorkomend geval verzwijgen dat ze een verkeerd vriendje hebben; alleen om de lieve vrede te handhaven;
  • moet men in de politiek een waarheid presenteren die de meeste stemmen oplevert;
  • moet men iemand een goede beoordeling geven omdat dat gemakkelijker is.
De naakte waarheid is niet altijd even aantrekkelijk. Hoe vaak wordt niet een smoes verzonnen omdat dat beter uitkomt dan de waarheid. Alleen om aardig gevonden te worden. In mijn ogen is waarheid belangrijker dan aardigheid. Het is een verderfelijke vorm van aardigheid om iedereen altijd gelijk te willen geven. Heet dat niet gedogen ? En hoe aardig zijn we allemaal geworden. Merken we inmiddels niet waar dat allemaal toe leidt ? 


Peter Tersteeg



peter@tersteeg.biz



YES ! Een crisis.

Een geweldige titel voor het boek van Marc Lammers - de inspirerende coach van het olympische dames hockey team - over de kansen die een crisis biedt. Marc trad op tijdens de traditionele De Ruijterlezing van Mars & Mercurius, een vereniging waarvan de leden een verantwoordelijke positie in het bedrijfsleven bekleden  en die, met hun officiers-achtergrond, een onderling netwerk onderhouden waarbinnen respect, kameraad- schappelijkheid en vertrouwelijkheid de speerpunten zijn.
 
In Beijing kan je niet hockeyen. De hitte, de smog en de luchtvochtigheid maken het zelfs gevaarlijk voor sporters. Iedereen zei: 'Wat een crisis?!...'
Marc dacht: 'Yes! Een crisis...'. En genoot van de uitdaging. Het zou aankomen op de creatiefste oplossingen, de beste manier om de tegenslag te lijf te gaan. Je wint niet van een crisis, maar van je concurrenten.

In het verleden schreef ik al eens over kansen en bedreigingen op http://china-xin.blogspot.com/ aan de hand van het Chinese karakter voor crisis. In het Chinees is het begrip crisis namelijk opgebouwd uit de karakters voor 'bedreiging' en 'kans'. Men gaat er van uit dat er een samenhang bestaat tussen deze schijnbare tegenstellingen. En dat een crisis dus niet alleen maar bedreigend is, maar zeer zeker ook kansen biedt. De kansen die zich tijdens een crisis voordoen liggen voor het oprapen. Maar je moet ze wel (willen) zien. Want kansen oppakken vereist veranderen en dat is bedreigend en roept weerstanden op.  Maar wat zijn dan die kansen die we tegen komen. Het vergelijk dat Marc maakt met zijn blik op de sportwereld is verrassend actueel en relevant.

Koester de kans van rust tijdens een crisis. Organisaties kunnen de opgelegde rust gebruiken om beter te worden. Reculer pour mieux sauter. Een gelegenheid om out of the box te denken en nieuwe mogelijkheden te onderzoeken. Los van de dwangmatige waan van de dag als het druk is en aan het succes geen einde lijkt te komen. Kansen creëren komt niet vanzelf. Er moet over nagedacht worden en daar is tijd en aandacht voor nodig.

Een overleven van een crisis vergt nieuwe inzichten. Bedenk in deze de woorden van Albert Einstein: "The definition of stupidity is expecting different results and doing the same things every day." Wat kunnen we anders doen. Waar we kunnen we verbeteren. Waar zien we mogelijkheden.

Als het proces klopt volgt het resultaat vanzelf. Kijk niet alleen naar de resultaten. In een crisis is het zinloos om de resultaten te vergelijken met de situatie voor de crisis. Het belangrijkste criterium is om beter te zijn dan je concurrenten, die het ook allemaal slecht doen. Het maakt de crisis al een stuk overzichtelijker.  

Innovatie kost energie, maar niet altijd geld. Geld komt vanzelf als de ideeeeeeen excellent en de plannen goed zijn. Er medewerkers zijn die zich laten inspireren; er een team is dat het kan.

Kleine slokjes om niet te verzuipen; een maaltijd moet je goed kauwen. Waarom niet een lijstje maken met vijftig dingen die ieder voor slechts twee procent bijdragen aan de verbetering van het proces. Kijk naar alle kleine verbeterpuntjes en kijk naar de vermijdbare kosten. Het maakt een crisis overzichtelijk, minder bedreigend en beter behapbaar en verteerbaar voor de betrokkenen. Creëer een flow van kleine successen.   

“Know you enemy” was volgens Von Clausewitz een van de succesfactoren om een oorlog te winnen. Meten is weten. In een crisis moet je je niet neerleggen bij een gebrek aan informatie. Zorg dat je alles kunt weten, zowel intern als van de ontwikkelingen bij je klanten en je concurrenten. Know your enemy, en pas je strategie aan.

Misbruik de crisis. Perceptiemanagement en crisis zoals ik al eens eerder als blog schreef.
Crisis is de tijd voor verandering. Maak er iets moois van !




Peter Tersteeg


peter@tersteeg.biz


Met dank aan Marc Lammers: een inspirerend mens die van zijn dyslexie een kans gemaakt heeft. 




 

Ik weiger dit afscheid !

Je werd op straat geboren. Je bedje leek nergens op, en van kraamvisite was geen sprake. Je toekomst onzeker, geen melk in je flesje. Je moeder baarde je, ze stond op, bond je op haar rug en gaf je je leven. En God, wat hield ze van je!!! Trots was ze, zielsgelukkig met jou. Voor jou zou ze alles doen, voor jou zou ze leven! Acht jaar later stierf ze. Jij bleef alleen achter. Je vader kende je alleen van de keren dat hij dronken je moeder betastte. Je sloeg. Je herkende hem als geen ander toen hij die nacht kwam om je zus te halen. Hij verkocht haar aan een onbekende man. Hij kreeg er een fles whisky voor. Goedkope gore troep die hij toch niet lekker vond, maar dronk om zijn leven te vergeten. Je zus verdween, je zag haar nooit meer terug. Die verhalen kende jij maar al te goed. Je vriendinnetje werd eerder al op straat aangevallen. Haar ogen werden haar ontnomen, en de rest van haar lichaam was goed voor de prostitutie. Je stond erbij en keek ernaar, bevroren en niet in staat iets te doen. Huilen kon je niet. Niet meer.

Je moeder hield van je, lieve prinses, oh, wat hield ze van je! Uit liefde voor jou gaf ze je aan ons. Niets werd geregeld, niets op papier. We mochten je hebben, moesten je een toekomst geven. Dat zij je gedragen had was haar grote eer. Wij moesten zorgen dat je het leven kreeg wat je verdiende. Ik weet zeker dat je moeder nachtenlang gehuild moet hebben om het leven dat ze je niet kon geven. Om de afstand, maar ook om het mooie leven dat je zou gaan krijgen. Je verhuisde naar een opvanghuis. Je mocht naar school. Je groeide, ontwikkelde. Je moeder was trots op je. Wat moet ze gehuild hebben toen ze voelde dat ze dood zou gaan. Wat moet ze door een hel zijn gegaan toen ze voor jou verzweeg dat jullie elkaar niet meer zouden zien. Ze moet zich verscheurd hebben gevoeld toen ze je de laatste keer vertelde dat je nieuwe ouders zou krijgen die je mee zouden nemen naar de zee. Een grote zee die aan het einde samen zou komen met de hemel. Ze stierf op een mooie lentedag. Je vond haar toen je haar bezocht, haar wilde vertellen over je nieuwe school, je vriendinnetjes en je leven. Ze lag naast haar schamele inboedel. Overleden, helemaal alleen. Ze had gedaan wat ze kon lieve Prinses. En daarmee had ze jou het leven gegeven.


Je mocht met ons mee naar Nederland. Je had niemand meer. Je leerde spelen, krijten en tekenen. Je leerde wat het was om te lachen. Je leerde dat in Nederland poezen in een huis wonen en slapen in een warme mand. Je ging in bad, in echt warm water! Je kreeg een mooie jurk, de mooiste die je ooit had gehad. We leerden je zwemmen, voor het geval je in het water zou vallen. Voordat je ging slapen streken we over je haar en vertelden we over je moeder. Je lieve moeder, wat zou ze trots geweest zijn op je! We leerden dat je met haar kon praten als je naar de maan keek. Je mocht een kind zijn. We houden zoveel van je lieve Prinses, meer dan jij ooit kunt weten! We lazen je voor, over liefde “tot de maan en terug, zoveeeeeel!!!” We lachten om je lieve Nederlandse uitspraak, je lieve lach. We zijn zo gelukkig met je!


Dinsdag zag je voor het eerst in je leven de zee. Je had je mooiste jurk aangetrokken. De zee, met aan het einde de hemel. Je liet je vallen, plat op je buik, en genoot! Zelden heb ik je zo gelukkig gezien als toen je spatterde in zee! Oh lieve Prinses, je was prachtig! Aan het einde van de dag trokken je voetjes krom. Je kon niet meer lopen. We hebben je gedragen, zodat je toch nog kon genieten.


Je bent zo ziek. Gelukkig waren we er op tijd bij. Vijf weken nadat je met het grote vliegtuig in Nederland kwam werd de diagnose gesteld: je bent ernstig ziek. Zonder medicijnen heb je geen toekomst. Je zit opgesloten in je lichaam, en op den duur zullen ook je hersentjes achteruit gaan. Dat duurt niet eens zo lang. We hebben geen tijd te verliezen. Ziekenhuisbezoeken wisselen we af met mooie dagen. De dieren, je opblaasbadje,en de zee.


Je laat je vallen in de zee en schatert het uit! Precies 24 uur later komt het telefoontje: je mag niet bij ons blijven en moet terug naar Nepal. Daarmee is het vonnis getekend. Je gaat dood.


Je medicijnen zijn nog niet op orde, je bent nog niet ingesteld. Je kunt nog niet terug lieve Prinses. Waar moet je heen? Je vader dreigt je te verkopen, je moeder is niet meer. Je had je ouders gevonden, ze brachten je naar de zee! Omdat we je niet gedragen hebben - nooit die navelstreng hebben gedeeld - kunnen we niets voor je doen. Juridisch behoor je je vader toe. Voor hem heel praktisch, het levert hem de nodige alcohol op. Maar lieve prinses: voor je moeder vechten we. Voor jou vechten we. Ik kan mezelf niet recht aankijken en weten hoeveel er van je gehouden is, wat je moeder voor je gedaan heeft en welke belofte we haar hebben gemaakt. Ik kan jou niet recht in je ogen kijken en je vertellen dat ik je nu laat gaan. Ik kan je niet dood laten gaan zonder dat ik al mijn botten voor je gebroken heb, zonder de strijd tot aan het bittere einde te hebben gevoerd voor je. Ik hou van je, tot de maan en terug!


Lieverd, we hebben op de kop af nog drie weken! Drie weken om te vechten voor jouw leven. Lieverd, je grenzeloze vertrouwen in ons, in het leven en alles wat je mee hebt mogen maken…. hou nog eventjes vol!

Rhana Tersteeg


De achtergrond:
Al enige maanden zijn Anjana (12) en Sirjana (9) bij ons in huis. Twee Nepalese meisjes, die wij al lang kennen uit ons opvanghuis en die wij op vakantie meegenomen hebben naar Nederland toen hun moeder overleed en hun vader hen dreigde te verkopen in de prostitutie. Eenmaal in Nederland bleek dat zij een ernstige afwijking aan de schildklier hebben die dringend medische behandeling behoeft.

De medische behandeling is ingezet en gelukkig gaat het heel goed met de meisjes. Hun verzoek om een verblijfsvergunning is deze week door het IND afgewezen; de meisjes dreigen nu Nederland uitgezet te worden waardoor de medische behandeling in Nederland niet voortgezet kan worden. In Nepal kunnen zij niet behandeld worden waardoor er een levensbedreigende situatie voor hen ontstaat. Bovendien zijn zij niet veilig voor de praktijken van hun vader.


Anjana en Sirjana zijn zien in Hart van Nederland op SBS 6 http://www.youtube.com/watch?v=on3q5BlMziI


Wir haben es nicht gewusst.

Wir haben es nicht gewusst. Te schandalig voor woorden dat een (voormalig) hoogwaardigheidsbekleder van de Roomskatholieke Kerk dergelijke woorden in de mond durft te nemen als gesproken wordt over de streken die gefrustreerde fraters, paters en priesters uithaalden toen zij nog een goddelijke macht over hun medemens konden uitoefenen. ’S Heerenleed kan drijven over zeeen vol van eenzaamheid, zoals mijn goede vriend dit uitdrukte toen wij in een ver verleden nog op de studentenflat woonden. Wij wisten het wel, en je bent echt niet van deze wereld als je zegt er niets van te weten. Of je jokt, maar dat doet een prelaat toch niet. Dan maar lekker volhouden dat je eigenlijk Innocentius heet. 

Het zou de Paus in al zijn heiligheid sieren als hij, in het bijzijn van alle camera’s die er maar te vinden zijn, openlijk en oprecht zijn spijt zou betuigen voor de gedragingen van zijn onderknuppels en zijn God om vergiffenis van zijn zonden zou vragen. De zonden van de dienaren Gods van zijn Kerk, waar hij als Paus toch uiteindelijk verantwoordelijk voor is, ook al heeft hij het zelf niet gedaan. Maar “mea culpa” belijden zal juridisch inmiddels wel een uiterst kostbare zaak zijn geworden. Dus naar gewoon negeren wat er allemaal in de echte wereld gebeurt. De Paus moet zich diep schamen.

Tot op heden hebben we eigenlijk nog alleen maar gehoord over de misstanden op katholieke internaten voor jongetjes. Maar hoe zit het dan met de meisjes en nonnetjes. Kan me niet voorstellen dat die categorie veilig is geweest voor de wellust van de roomse godsdienaren. 

Ik hen niets tegen de christelijke filosofie, maar ik heb wel bezwaar tegen de arrogantie en het machtsmisbruik van vele kerkelijke leiders. Juist zij zouden het goede voorbeeld moeten geven. Het goede voorbeeld van mededogen, nederigheid en rechtvaardigheid. Maar ook daar blijkt moed voor nodig te zijn. Moed die ik tot op heden niet gezien heb. 


Zum Kotzen !




Peter Tersteeg



Gevaar verplicht

Onlangs was ik aanwezig op de traditionele De Ruyter lezing van Mars en Mercurius, een vereniging waarvan de leden een verantwoordelijke positie in het bedrijfsleven bekleden  en die, met hun officiers-achtergrond, een onderling netwerk onderhouden waarbinnen respect, kameraadschappelijkheid en vertrouwelijkheid de speerpunten zijn.

Een van de sprekers was Prof Paul Frissen, die sprak over de elites die in een politieke orde even onvermijdelijk als noodzakelijk zijn. Paul Frissen schrijft over dit hoogst actuele thema in zijn boek "Gevaar verplicht". Hij is ook auteur van “De staat van verschil”, waarin de differentie van de wereld naar voren wordt geschoven als bescherming tegen de totalitaire verleiding van de politiek. In haar poging de burger op te voeden komt de overheid achter diens voordeur en onder diens bed. Dat is meer dan onwenselijk.

Alom vallen pleidooien voor leiderschap te beluisteren, terwijl het ongemak over dat thema hardnekkig blijft bestaan. De politiek is in de greep van de verheffing. De staat mag, nee moet weer beschaven. Paternalisme is helemaal terug. Moraliseren is de nieuwe politieke correctheid. Van links tot rechts wordt de burger bij hand genomen, voor zijn eigen bestwil en tot heil van de gemeenschap. De pleidooien voor verheffing suggereren dat de staat momenteel moreel neutraal is en relativistisch, dat onvoldoende over waarden en normen wordt gewaakt, dat te weinig wordt opgetreden.
 
Het kabinet bereidt een Handvest Verantwoordelijk Burgerschap voor. Het kabinet wil kennelijk een ander volk. Te weinig burgers zijn klaarblijkelijk verantwoordelijk. In een democratie liggen de verhoudingen helaas anders. De burger kan een ander kabinet willen, niet andersom. Sterker nog, de notie van burgerschap houdt in dat de burger eenzijdig zijn verhouding met de staat definieert. Voor het overige moet de burger vooral tegen de staat worden beschermd.
 
Paul Frissen verklaart de politiek tot een gevaarlijke institutie. Het geweldsmonopolie stelt bijzondere eisen aan politieke elites: terughoudendheid, zelfbeheersing en zelfbeperking. Politieke representatie is dan ook een zaak van distantie en niet van populistisch leiderschap. Met goede redenen is het geweldsmonopolie hebben aan de staat toevertrouwd. Met dit monopolie handhaaft de staat de rechtsorde en beschermt hij de vrijheid van de burger. De vrijheid van de burger is zijn fundamenteel recht op anders zijn. In ons verschil zijn wij voor staat en recht gelijk. Daarom is de bescherming van de minderheid een belangrijke democratische opgave. Het geweldsmonopolie moet voorkomen dat deze verschillen tot geweld leiden. Onze onenigheid moet draaglijk blijven. De staat kan dat alleen gezaghebbend doen als hij ten aanzien van alle verschillen neutraal blijft. Hij handhaaft de normen – wat niet mag. Hij bemoeit zich niet met de waarden – wat moet. Althans, zo zou het moeten zijn. In werkelijkheid is de staat allerminst neutraal en zeer actief in het domein van de waarden. Er moet immers heel veel: emanciperen, gezond leven, veilig en verstandig eten, participeren, solidair zijn. Dat klinkt sympathiek, maar de staat is geen sympathieke organisatie. Omdat de staat de dwang hanteert en dus als enige institutie immoreel mag handelen moet hij verre blijven van onze moraal. De dreiging ligt altijd op de loer dat politieke meerderheden hun opvattingen over het goede leven aan minderheden opleggen. Dan bevoordeelt de staat liberale geloofsopvattingen boven orthodoxe. Dan sluit de staat een school die uitstekende Cito-scores, maar onaanvaardbare opvattingen heeft. Dan voert de staat een cultuurpolitiek en noemt deze multicultureel.
 
Evenmin mag de staat zich bemoeien met de waarheid. De geschiedenis kan onmogelijk worden gecanoniseerd, zolang er strijdige historische interpretaties zijn. Voor de een is de Beeldenstorm een verzetsdaad, voor de ander cultuurbarbarisme. Dat scheelt in Nederland slechts kilometers. Trots is in het politieke domein net zo gevaarlijk als een pertinente waarheidsopvatting. Een politicoloog zei ooit dat machthebbers het zich kunnen permitteren niet te leren. We hebben machthebbers nodig om de samenleving te beschermen tegen al te enthousiaste verkondigers van de ene waarheid.
 
Omdat politieke elites macht uitoefenen moeten zij over bijzondere deugden beschikken; het gevaar van de staat schept verplichtingen. Frissen bepleit daarom een aristocratische politiek. Opnieuw schreef hij een controversieel en fascinerend boek op een moment dat de actuele politiek in grote verwarring verkeert.

Peter Tersteeg


peter@tersteeg.biz 


* illustratie van Francis Bacon voorstellende de angst van Paus Innocentius voor de machtsuitoefening die bij zijn positie hoort. 





Over smaak valt te twisten

Onlangs hoorde ik Mrs Miller weer eens met haar smaakvolle gezangen. De onvolprezen zangeres, die zo onwaarschijnlijk gruwelijk zingt, dat het bijna weer mooi wordt. Ze ziet er ook nog afschuwelijk uit; het roept bij mij het beeld op van de ideale schoonmoeder. Je moet wel over de nodige moed beschikken om met dergelijke kwaliteiten nog op te durven treden en "to do your thing". Over smaak valt evenwel te twisten.

Het deed mij denken aan het  jaarverslag van de Bussy Groep dat ik ooit heb laten maken met als doel om het lelijkste jaarverslag van Nederland te maken. Grafisch perfect, maar met een boodschap over klantgerichtheid. Eén van de eerste jaarverslagen die op CD ROM uitgebracht werden, met muziek van het Zwanenkoor. Bij het aanklikken van de cijfers zong het Zwanenkoor “als je lacht dan ben je rijk” en de geschiedenis van de groep werd muzikaal omlijst met het lied “omdat ik zoveel van je hou”. Het voorwoord dat ik toen schreef sloot er helemaal bij aan:

Over smaak valt te twisten:

Gewoonlijk meent een mens dat, als er iets gedrukt ziet, er daarbij ook steeds iets bedacht moet kunnen worden. Dat is in dit geval ook zo, maar toch even anders. Doordat de op één na beste drukkerij tot onze Groep behoort, kunnen wij namelijk ook heel goed lelijk drukken. Daar hebben wij zelfs een certificaat voor. Het kwaliteitscertificaat. En dat hebben wij gekregen omdat wij bij de uitvoering van  opdrachten voldoen aan de eisen die de klant stelt. Ook als wij het zelf niet mooi vinden.

Dit jaar hebben wij ons ten doel gesteld om als toppunt van kwaliteit een verschrikkelijk lelijk jaarverslag te maken. Welke inspanningen je je namelijk ook getroost, er is altijd wel weer commentaar of kritiek. Of het nu gaat over het ontwerpen van een jaarverslag, het zoeken van een verjaardagscadeautje of het leiden van een onderneming. Dus waarom zou je het niet eens helemaal anders doen. Maar dan wel zo dat je er zelf in ieder geval nog veel plezier aan beleefd hebt.


Een afschuwelijk jaarverslag. Zo lelijk dat het bijna weer mooi is. Vloekende kleuren, conflicterende stijlen en illustraties waar je bepaald niet ‘bien’ van wordt. Uniek in zijn soort, maar een grafisch absoluut verantwoord kunststuk qua vormgeving, typografie en ‘verfijnde smaak’. Toch.   

Peter Tersteeg 


peter@tersteeg.biz




* liefhebbers van de smaakvolle gezangen van Mrs Miller kunnen terecht bij www.torrentz.com