Leiderschap: de zesjes en de achten

 

Tijdens een nieuwjaarsrede heb ik eens gesproken over het begrip moed. De moed van die Chinees die in 1989 met zijn plastic tasje op het Tienanmin Plein de macht van het Chinese leger trotseerde door voor die tank te gaan staan. De man die de moed had te doen wat hij moest doen. Ik zie de beelden nog voor me. De beelden van die schuifelende en aarzelende tank. De tank die stopte. Ik heb nog vaak aan die beelden gedacht. Maar misschien was ook nog wel een ander moedig man op dat moment aanwezig. De commandant van de tank ? Zijn bevelvoerend officier. We zullen het nooit weten. Moed of leiderschap ?

En als we het dan hebben over leiderschap en we kijken eens naar de afgelopen verkiezingen, wat zien we dan ? Alle haantjes mochten weer optreden om hun politieke kunstjes te vertonen. Onder het motto “het is politiek” mag je alles roepen en zeggen. De grootste onwaarheden; de meest fantastische stellingen; demagogie ten top. Een leider onwaardig. Je zou er spontaan verkiezingsuitslag van krijgen. We kregen de uitslag: het volk had gesproken. In al zijn wijsheid. En dan gaan we weer gewoon verder, alsof er niets gebeurd is. Maar toch heb ik iets gemist: leiderschap.

Maar leiderschap wat is dat dan ? Ik probeer mij dan voor te stellen wat  Bert Bokhoven, de onbekende filosoof, hiervan gedacht zou hebben. Bert Bokhoven.  Een groot man in al zijn eenvoud. Een briljant denker. Een uitmuntend filosoof, ook al had hij dat zelf niet in de gaten. Bert Bokhoven dacht na over de zin van het leven. Daar is het verder bij gebleven, want ook Bert heeft het antwoord daarop niet gevonden. En toch was Bert een denker met allure. Jammer dat er niets over hem bekend is. En helaas is Bert in vergetelheid geraakt zoals zovelen overkomt.

Nooit heb ik iets van Bert gelezen, noch heb ik hem ooit ontmoet. En verder weet ik helemaal niets van de man. Maar ik ben en blijf een groot fan van Bert. Vanwege zijn  eenvoud; vanwege zijn probleemoplossend denken.  Bert zou met de hem zo kenmerkende eenvoud ongetwijfeld tot een vlijmscherpe analyse zijn gekomen over het fenomeen leiderschap. Briljant in zijn eenvoud. Oorspronkelijk als hij is, kwam Bert tot een gedachte die zijn oorsprong vond in de getallenleer. Bert was namelijk tot het diepe inzicht gekomen dat er in essentie twee type leiders zijn. De zesjes en de achten.

De zesjes zijn uit op macht. Zij willen graag het baasje zijn en omringen zich met viertjes en vijfjes. Die viertjes en vijfjes zijn er in overvloed. Viertjes en vijfjes zijn gevoelig voor loze beloften, tenenkrommende stellingen, demagogie. Viertjes en vijfjes zijn aanhangers van de filosofie dat wanneer de feiten niet in hun gedachtewereld passen, de feiten dan maar aangepast moeten worden.  Ideale volgers voor een zesje. In die wereld moeten er even geen zeventjes bij komen, want dan raken de viertjes en vijfjes in de stress en wordt het zesje te veel geconfronteerd met zijn eigen beperkingen. Herkent u deze viertjes, vijfjes en zesjes ?

De achten vinden macht niet (meer) zo nodig. Invloed is belangrijker geworden. Achten omringen zich graag met negens en tienen.  De achten zijn niet bang om met hun beperkingen geconfronteerd te worden; de achten hebben een breed geworteld verlangen om te verbeteren en zich daarbij te omringen met mensen die hen verder kunnen helpen om hun gedachtegoed verder te ontwikkelen. De achten hebben van een zeer brede ervaringen en worden veelal wijzer naarmate zij ouder worden. De achten ervaren het als een grote eer om ook anderen verder te helpen zonder het eigen gewin voorop te stellen. Op een volstrekt natuurlijke wijze wordt hun charismatische autoriteit erkent. De achten zijn in staat te leiden zonder macht uit te oefenen. Herkent u ze ?

En juist die achten heb ik gemist.  


Peter Tersteeg



Doe wat je moet doen

Het is nog niet zo lang geleden dat ik in gesprek ging met Bert Bokhoven – de onbekende filosoof – over het fenomeen moed. Dat was toen in het kader van die chinees die ooit de tanks op het Tienanmin Plein tegenhield. De zo kenmerkende vlijmscherpe analyse van Bert leidde in die discussie tot de conclusie dat moed is doen wat je moet doen, ongeacht de consequenties. Dankzij Bert heb ik tot het Grote Begrijpen gekomen waardoor “doen wat je moet doen” ook voor mij een belangrijke leidraad geworden is. Dank daarvoor, Bert.
 
En zo kan het zo maar gebeuren dat het onwaarschijnlijke werkelijkheid wordt en je ineens doet wat je moet doen. Omdat je als mens gevraagd wordt de mooiste plicht te vervullen. Het verhaal:

De telefoon gaat. Nepal is aan de lijn. Suntali, de moeder van Sirjana, is overleden. Het begin van een wending in ons leven. Het kan je zo maar overkomen.

Sirjana was in ons opvanghuis Noble House gekomen omdat haar straatarme moeder haar niet meer kon beschermen tegen de kwalijke praktijken van haar vader. Een vader die een ander dochtertje al verkocht had in de prostitutie voor een fles whisky. Een vader die aan de poort van Noble House stond te rammelen op Sirjana op te eisen nadat zijn vrouw overleden was. En wat doe je dan ? Doen wat je moet doen, aldus Bert Bokhoven !
Wij gaan naar Nepal en het lukt om Sirjana mee te kunnen nemen naar Nederland. Voor een vakantie om haar heel even kind te laten zijn. Zonder zorgen. En voor ons om tijd te hebben om maatregelen te nemen om haar ook veilig te stellen voor haar vader. Een mooie tijd met Sirjana in Nederland. Maar dan blijkt ineens dat Sirjana een ernstige ziekte heeft. Een ziekte die haar mogelijk binnen een jaar fataal kan worden. En ziekte die in Nederland heel goed behandelbaar is, maar niet in Nepal. En wat doe je dan ? Doen wat je moet doen, aldus Bert Bokhoven !

De medische behandeling wordt ingezet. Maar, Sirjana kan niet in Nederland blijven. Ze heeft een toeristenvisum en dat is maar kort geldig. Na heel, heel veel moeite lukt het om het toeristenvisum met drie maanden te verlengen. Maar dan moet ze echt weg. Ook al is de behandeling niet afgerond. En wat doe je dan ? Doen wat je moet doen, aldus Bert Bokhoven !

We vragen een verblijfsvergunning aan en dan krijg je voor het eerst te maken met de Immigratie- en Naturalisatie Dienst IND. Een andere wereld. Een verhaal apart. Een schande hoe je behandeld wordt. De verblijfsvergunning wordt afgewezen. Sirjana moet het land uit. En wat doe je dan ? Doen wat je moet doen, aldus Bert Bokhoven !

We maken bezwaar tegen het besluit. Op medische en op schrijnende gronden. Een gevecht met de instanties. Een uitputtend gevecht. Maar je gaat door. Je doet wat je moet doen. Als mens. Vechten voor een goede zaak. Tegen de instanties. En uiteindelijk – met de hulp van velen – krijg je gelijk. Sirjana krijgt haar verblijfsvergunning. En wat doe je dan ? Doen wat je moet doen, aldus Bert Bokhoven !

Ineens is er dan blijvend een kind bij ons dat veel heeft meegemaakt en die onze zorg en liefde nodig heeft. Een kind dat ons leven een wending geeft. Onze eigen dochters zijn allang het huis uit. En dan mogen we ineens een meisje van 8 jaar gaan opvoeden; de mooiste plicht die wij hebben gekregen. Een kind dat naar school moet en Nederlands moet gaan leren. Want ze mag blijven. Maar toch is Sirjana nog steeds een gast waar allerlei instanties over kunnen beslissen. Een ongewenste situatie. En wat doe je dan ? Doen wat je moet doen, aldus Bert Bokhoven !

We dienen een verzoek in bij de Rechtbank om Sirjana te mogen adopteren. Op Sinterklaasdag is de zitting bij de Rechtbank. Ons voorbereiden heeft nauwelijks zin; we hebben alle feiten op een rijtje en kennen de argumentatie van de kinderbescherming die zich tegen de adoptie had verklaart omdat er voor Sirjana geen pedagogische meerwaarde zou zijn en er bovendien allerlei juridische bezwaren zouden zijn.

De zitting begint stipt op tijd. Drie vrouwelijke rechters. Wij zijn er met onze advocaat klaar voor. De grande finale. De voorzitter van de Rechtbank begint met een verhaal dat onderstreept dat wij geweldige ouders zijn. Het lijkt op zo’n begin als in Voice of Holland: “u was een fijne kandidaat, u bent verschrikkelijk goed, maar....”. In dit geval blijft het “maar” uit. De rechters gaan voort met het stellen van vragen. Goede vragen en terzake doende vragen. Hoe was de moeder van Sirjana, vraagt de rechter. Aanvankelijk met een brok in mijn keel kan ik vertellen wat een goede moeder Suntali was. Wat een goede moeder het was om haar kinderen naar Noble House te brengen. Wat haar en haar kinderen allemaal door de vader werd aangedaan. Wat een grenzeloos vertrouwen die moeder in ons had om ons te vragen voor haar kinderen te zorgen in Noble House. Ze moest eens weten dat haar Sirjana nu bij ons is en wij nu hier staan. Sirjana die zo graag een papa en een mama wil hebben. Sirjana die er zo graag bij wil horen. Als ons kind. Hoe kun je dat een kind weigeren ?

Onze advocate Barbara Wegelin houdt een vlammend betoog. Ze doet het fantastisch, zoals we van haar gewend zijn. Een indrukwekkend betoog. Over regelgeving. Over het kind en die regels.

En dan de kinderbescherming. De kinderbescherming wordt vertegenwoordigd door een aardige mevrouw die tijdens de zitting voor moet lezen uit andermans werk. Zij kent de zaak niet en terwijl zij praat straalt haar bodylanguage uit, dat ze het niet eens is met wat zij moet zeggen. Bij alle vragen houdt de mevrouw van de Kinderbescherming zich aan de tekst zoals die voor haar ligt. Het betoog is stuitend. Waar hebben we het over ? De Kinderbescherming heeft Sirjana nooit gezien. Ortholedagogische deskundigen die haar behandelen zijn niet geraadpleegd. Wij schuifelen onrustig en stralen ongenoegen uit. Het ontgaat de Rechters niet.

En dan krijgt mijn vrouw Engely het woord als gevraagd wordt of het goed gaat met Sirjana. “Natuurlijk gaat het niet goed met Sirjana”, zegt Engely fel. Een kind met nachtmerries, een kind dat niet snapt waarom wij haar papa en mama niet zouden mogen zijn. Een kind kan toch niet snappen dat er regeltjes zijn die zoiets verbieden. En, dat kunnen en willen wij een kind niet uitleggen. Gelukkig was prof Sinnema als deskundige met ons meegekomen. Hoewel het niet de bedoeling was dat hij zou mogen sprken, vroeg de rechter hem toch om zijn mening. Kort en bondig verklaarde hij dat een kind niet goed kan opgroeien zonder een veilige basis. Dat was afdoende. Uitspraak over zes weken.
 
Even napraten. We hebben een goed gevoel, maar durven er niet aan toe te geven. Het wordt afwachten. Uitspraak in januari. Zes weken wachten. Maar dan, op vrijdag 16 december - toevallig mijn verjaardag - gaat de telefoon. Onze advocaat Barbara aan de lijn. Zij is gebeld door de Rechtbank met de mededeling dat de rechters besloten hebben uitspraak te doen nog voor de feestdagen. De uitspraak is op 21 december. Engely is blij dat ze zit; ze zou volledig onderuit gegaan zijn van de spanning van dit onverwachte telefoontje. Wat moeten we hier van denken ? Zou het goed gaan ? Je haalt toch een uitspraak niet naar voren om een paar dagen voor Kerst een slechte mededeling te doen. Zo onmenselijk kun je toch niet zijn. De hoop op een goede afloop laait ook. Maar ook de spanning stijgt tot grote hoogte. Zou het dan toch waar worden ? Zouden we dan toch het mooiste kerstcadeautje krijgen van de Rechtbank ? Nog vijf dagen wachten.

De spanning neemt toe. De zitting wordt steedsweer opnieuw geëvalueerd. Hebben we het allemaal wel goed gedaan ? Hebben we gezegd wat we wilden zeggen. Was het voldoende ? Onrust. Slapeloze nachten. Wachten.

Wachten, wachten, wachten. De spanning neemt toe. Vrienden worden geraadpleegd. Wat denken jullie als je zo’n bericht krijgt van de Rechtbank ? Waarom hebben ze niet gewacht tot woensdag om het dan maar direct te vertellen. Of moeten we die mysterieuze boodschap gewoon snappen. Wat een spanning. En, Sirjana, mag van niets weten. Dat zou voor haar te veel zijn.

Nog twee dagen. Toch maar eens heel voorzichtig denken aan wat gedaan moet worden als er een positief bericht komt. Wie gaan we bellen; wie gaan we mailen ? Hoe vertellen we het Sirjana ? Gaat ze nog gewoon naar het kerstdiner op school ?

Nog een hele dag. Morgen hoort onze advocaat het als eerste. Hoe laat zou de rechtbank bellen ? En wie zal onze advocaat dan bellen. Engely of mij ? En wat doen we dan ? Nog een nacht met slecht slapen en dan is het zo ver. Dan weten we het. Mag Sirjana onze dochter zijn ?

Vandaag gaat het gebeuren. We wachten. We wachten al vanaf 6 uur ‘s ochtends. Onzin, maar het is niet anders. Allebei een telefoon onder handbereik. We zijn onrustig. De twijfel slaat steeds weer toe. Zien we het dan toch verkeerd.

Sirjana is gewoon naar school gegaan. Zoals elke dag. Blij en opgewekt. Ze moest eens weten. En weer wachten we. Beetje doelloos boodschappen doen. Ik rij een fietser van zijn sokken. Allebei flink geschrokken, maar gelukkig niets aan de hand. En weer wachten. Om vier uur toch maar even Barbara bellen. Zij belt met de Rechtbank. Niemand bereikbaar bij de rechtbank: kerstborrel. Uitspraak zit in de kerstpost. Morgen is er weer een dag. Nog even wachten. 

Met een slaappilletje komen we de nacht door. We zijn weer heel vroeg op. En weer wachten we. En dan gaat eindelijk de telefoon.

Peter Tersteeg