Het is nog niet zo lang geleden dat ik in gesprek ging met Bert
Bokhoven – de onbekende filosoof – over het fenomeen moed. Dat was toen
in het kader van die chinees die ooit de tanks op het Tienanmin Plein
tegenhield. De zo kenmerkende vlijmscherpe analyse van Bert leidde in
die discussie tot de conclusie dat moed is doen wat je moet doen,
ongeacht de consequenties. Dankzij Bert heb ik tot het Grote Begrijpen
gekomen waardoor “doen wat je moet doen” ook voor mij een belangrijke
leidraad geworden is. Dank daarvoor, Bert.
En zo kan het zo maar gebeuren dat het onwaarschijnlijke
werkelijkheid wordt en je ineens doet wat je moet doen. Omdat je als
mens gevraagd wordt de mooiste plicht te vervullen. Het verhaal:
De telefoon gaat. Nepal is aan de lijn. Suntali, de moeder van
Sirjana, is overleden. Het begin van een wending in ons leven. Het kan
je zo maar overkomen.
Sirjana was in ons opvanghuis Noble House gekomen omdat haar
straatarme moeder haar niet meer kon beschermen tegen de kwalijke
praktijken van haar vader. Een vader die een ander dochtertje al
verkocht had in de prostitutie voor een fles whisky. Een vader die aan
de poort van Noble House stond te rammelen op Sirjana op te eisen nadat
zijn vrouw overleden was. En wat doe je dan ? Doen wat je moet doen,
aldus Bert Bokhoven !
Wij gaan naar Nepal en het lukt om Sirjana mee te kunnen nemen naar
Nederland. Voor een vakantie om haar heel even kind te laten zijn.
Zonder zorgen. En voor ons om tijd te hebben om maatregelen te nemen om
haar ook veilig te stellen voor haar vader. Een mooie tijd met Sirjana
in Nederland. Maar dan blijkt ineens dat Sirjana een ernstige ziekte
heeft. Een ziekte die haar mogelijk binnen een jaar fataal kan worden.
En ziekte die in Nederland heel goed behandelbaar is, maar niet in
Nepal. En wat doe je dan ? Doen wat je moet doen, aldus Bert Bokhoven !
De medische behandeling wordt ingezet. Maar, Sirjana kan niet in
Nederland blijven. Ze heeft een toeristenvisum en dat is maar kort
geldig. Na heel, heel veel moeite lukt het om het toeristenvisum met
drie maanden te verlengen. Maar dan moet ze echt weg. Ook al is de
behandeling niet afgerond. En wat doe je dan ? Doen wat je moet doen,
aldus Bert Bokhoven !
We vragen een verblijfsvergunning aan en dan krijg je voor het eerst
te maken met de Immigratie- en Naturalisatie Dienst IND. Een andere
wereld. Een verhaal apart. Een schande hoe je behandeld wordt. De
verblijfsvergunning wordt afgewezen. Sirjana moet het land uit. En wat
doe je dan ? Doen wat je moet doen, aldus Bert Bokhoven !
We maken bezwaar tegen het besluit. Op medische en op schrijnende
gronden. Een gevecht met de instanties. Een uitputtend gevecht. Maar je
gaat door. Je doet wat je moet doen. Als mens. Vechten voor een goede
zaak. Tegen de instanties. En uiteindelijk – met de hulp van velen –
krijg je gelijk. Sirjana krijgt haar verblijfsvergunning. En wat doe je
dan ? Doen wat je moet doen, aldus Bert Bokhoven !
Ineens is er dan blijvend een kind bij ons dat veel heeft meegemaakt
en die onze zorg en liefde nodig heeft. Een kind dat ons leven een
wending geeft. Onze eigen dochters zijn allang het huis uit. En dan
mogen we ineens een meisje van 8 jaar gaan opvoeden; de mooiste plicht
die wij hebben gekregen. Een kind dat naar school moet en Nederlands
moet gaan leren. Want ze mag blijven. Maar toch is Sirjana nog steeds
een gast waar allerlei instanties over kunnen beslissen. Een ongewenste
situatie. En wat doe je dan ? Doen wat je moet doen, aldus Bert Bokhoven
!
We dienen een verzoek in bij de Rechtbank om Sirjana te mogen
adopteren. Op Sinterklaasdag is de zitting bij de Rechtbank. Ons
voorbereiden heeft nauwelijks zin; we hebben alle feiten op een rijtje
en kennen de argumentatie van de kinderbescherming die zich tegen de
adoptie had verklaart omdat er voor Sirjana geen pedagogische meerwaarde
zou zijn en er bovendien allerlei juridische bezwaren zouden zijn.
De zitting begint stipt op tijd. Drie vrouwelijke rechters. Wij zijn
er met onze advocaat klaar voor. De grande finale. De voorzitter van de
Rechtbank begint met een verhaal dat onderstreept dat wij geweldige
ouders zijn. Het lijkt op zo’n begin als in Voice of Holland: “u was een
fijne kandidaat, u bent verschrikkelijk goed, maar....”. In dit geval
blijft het “maar” uit. De rechters gaan voort met het stellen van
vragen. Goede vragen en terzake doende vragen. Hoe was de moeder van
Sirjana, vraagt de rechter. Aanvankelijk met een brok in mijn keel kan
ik vertellen wat een goede moeder Suntali was. Wat een goede moeder het
was om haar kinderen naar Noble House te brengen. Wat haar en haar
kinderen allemaal door de vader werd aangedaan. Wat een grenzeloos
vertrouwen die moeder in ons had om ons te vragen voor haar kinderen te
zorgen in Noble House. Ze moest eens weten dat haar Sirjana nu bij ons
is en wij nu hier staan. Sirjana die zo graag een papa en een mama wil
hebben. Sirjana die er zo graag bij wil horen. Als ons kind. Hoe kun je
dat een kind weigeren ?
Onze advocate Barbara Wegelin houdt een vlammend betoog. Ze doet het
fantastisch, zoals we van haar gewend zijn. Een indrukwekkend betoog.
Over regelgeving. Over het kind en die regels.
En dan de kinderbescherming. De kinderbescherming wordt
vertegenwoordigd door een aardige mevrouw die tijdens de zitting voor
moet lezen uit andermans werk. Zij kent de zaak niet en terwijl zij
praat straalt haar bodylanguage uit, dat ze het niet eens is met wat zij
moet zeggen. Bij alle vragen houdt de mevrouw van de Kinderbescherming
zich aan de tekst zoals die voor haar ligt. Het betoog is stuitend. Waar
hebben we het over ? De Kinderbescherming heeft Sirjana nooit gezien.
Ortholedagogische deskundigen die haar behandelen zijn niet
geraadpleegd. Wij schuifelen onrustig en stralen ongenoegen uit. Het
ontgaat de Rechters niet.
En dan krijgt mijn vrouw Engely het woord als gevraagd wordt of het
goed gaat met Sirjana. “Natuurlijk gaat het niet goed met Sirjana”, zegt
Engely fel. Een kind met nachtmerries, een kind dat niet snapt waarom
wij haar papa en mama niet zouden mogen zijn. Een kind kan toch niet
snappen dat er regeltjes zijn die zoiets verbieden. En, dat kunnen en
willen wij een kind niet uitleggen. Gelukkig was prof Sinnema als
deskundige met ons meegekomen. Hoewel het niet de bedoeling was dat hij
zou mogen sprken, vroeg de rechter hem toch om zijn mening. Kort en
bondig verklaarde hij dat een kind niet goed kan opgroeien zonder een
veilige basis. Dat was afdoende. Uitspraak over zes weken.
Even napraten. We hebben een goed gevoel, maar durven er niet aan toe
te geven. Het wordt afwachten. Uitspraak in januari. Zes weken wachten.
Maar dan, op vrijdag 16 december - toevallig mijn verjaardag - gaat de
telefoon. Onze advocaat Barbara aan de lijn. Zij is gebeld door de
Rechtbank met de mededeling dat de rechters besloten hebben uitspraak te
doen nog voor de feestdagen. De uitspraak is op 21 december. Engely is
blij dat ze zit; ze zou volledig onderuit gegaan zijn van de spanning
van dit onverwachte telefoontje. Wat moeten we hier van denken ? Zou het
goed gaan ? Je haalt toch een uitspraak niet naar voren om een paar
dagen voor Kerst een slechte mededeling te doen. Zo onmenselijk kun je
toch niet zijn. De hoop op een goede afloop laait ook. Maar ook de
spanning stijgt tot grote hoogte. Zou het dan toch waar worden ? Zouden
we dan toch het mooiste kerstcadeautje krijgen van de Rechtbank ? Nog
vijf dagen wachten.
De spanning neemt toe. De zitting wordt steedsweer opnieuw
geëvalueerd. Hebben we het allemaal wel goed gedaan ? Hebben we gezegd
wat we wilden zeggen. Was het voldoende ? Onrust. Slapeloze nachten.
Wachten.
Wachten, wachten, wachten. De spanning neemt toe. Vrienden worden geraadpleegd. Wat denken
jullie als je zo’n bericht krijgt van de Rechtbank ? Waarom hebben ze
niet gewacht tot woensdag om het dan maar direct te vertellen. Of moeten
we die mysterieuze boodschap gewoon snappen. Wat een spanning. En, Sirjana, mag van niets weten. Dat zou voor haar te veel zijn.
Nog twee dagen. Toch maar eens heel voorzichtig denken aan wat gedaan
moet worden als er een positief bericht komt. Wie gaan we bellen; wie
gaan we mailen ? Hoe vertellen we het Sirjana ? Gaat ze nog gewoon naar
het kerstdiner op school ?
Nog een hele dag. Morgen hoort onze advocaat het als eerste. Hoe laat
zou de rechtbank bellen ? En wie zal onze advocaat dan bellen. Engely
of mij ? En wat doen we dan ? Nog een nacht met slecht slapen en dan is
het zo ver. Dan weten we het. Mag Sirjana onze dochter zijn ?
Vandaag gaat het gebeuren. We wachten. We wachten al vanaf 6 uur ‘s
ochtends. Onzin, maar het is niet anders. Allebei een telefoon onder
handbereik. We zijn onrustig. De twijfel slaat steeds weer toe. Zien we het
dan toch verkeerd.
Sirjana is gewoon naar school gegaan. Zoals elke dag.
Blij en opgewekt. Ze moest eens weten. En weer wachten we. Beetje
doelloos boodschappen doen. Ik rij een fietser van zijn sokken. Allebei
flink geschrokken, maar gelukkig niets aan de hand. En weer wachten. Om
vier uur toch maar even Barbara bellen. Zij belt met de Rechtbank.
Niemand bereikbaar bij de rechtbank: kerstborrel. Uitspraak zit in de
kerstpost. Morgen is er weer een dag. Nog even wachten.
Met een
slaappilletje komen we de nacht door. We zijn weer heel vroeg op. En
weer wachten we. En dan gaat eindelijk de telefoon.
Peter Tersteeg