De banaan is nauwelijks bespreekbaar

Onlangs was ik voor de zoveelste keer in Nepal en stond bij aankomst op het vliegveld van Kathmandu op mijn koffers te wachten. Er hing een bordje dat aangaf dat het verboden was om foto’s of video’s te maken. Ik vroeg mij af of er überhaupt in Nepal iemand zou zijn, die wist waarom dat bordje er eigenlijk hing. De tekst van het bordje hield mij daarna nog dagenlang bezig want gedurende het bezoek aan Nepal zag ik steeds meer synoniemen van zo’n bordje. Men doet maar wat zonder te weten waarom. Maar Nepal is dan ook het land van allerlei regeltjes en strijdige procedures, waardoor niets in het land functioneert. Niemand vraagt zich af waarom die regeltjes er zijn. Maar misschien zijn ze alleen maar om je achter te verschuilen. Een mooi excuus om niets te hoeven doen. We hebben het weer aan alle kanten gemerkt toen we weer eens iets in Nepal voor elkaar moesten krijgen.

Maar het fenomeen “verboden te fotograferen” beperkt zich niet alleen tot Nepal. Zo vroeg ik een Amerikaan eens waarom hij tegen iedereen “have a nice day” zei. Ik kon mij namelijk niet voorstellen dat het hem iets kon schelen of ik een nice day zou hebben. Hij was totaal verbluft door mijn vraag en keek mij aan of ik helemaal gek was.
En de man met een sticker “free Tibet” op zijn auto. Ik vroeg hem of hij wel eens in Tibet geweest was. Hij wist niet eens waar het ligt. Als ik gezegd zou hebben dat ik niet-westerse filosofie studeerde, zou hij waarschijnlijk gezegd hebben: “oh, nee ?”


Ook meningen over mensen of zaken worden veelal klakkeloos overgenomen zonder dat er verder over is nagedacht. Hele volksstammen hebben een Telegraafmening. Ik denk dat hoofdredacteur Juul Paradijs soms in een deuk ligt als hij ziet wat voor een onzin hij aan het volk als waarheid verkocht heeft. Weer een staaltje van perceptiemanagement waar ik al eens eerder over geschreven heb. Ik verbeeld mij niets en heb zelf ook regelmatig ongefundeerde en ongenuanceerde meningen, maar heel soms denk ik er nog wel eens over na. Het kan overigens wel eens tot heel aardige en grappige discussies leiden als je in een gezelschap een volstrekt ongenuanceerde en ongebruikelijke stelling poneert.

Soms ben ik betrokken bij veranderingen van organisaties. En in mijn eerste gesprekken met de organisatie begin ik vaak met het verhaal van de banaan die bespreekbaar moet worden:

Men neme een kooi met apen. In de kooi wordt een banaan opgehangen, daaronder staat een trapleer. Het duurt niet lang of er gaat een aap naar de trap, maar zodra hij er een voet op zet worden alle apen natgespoten. Een poosje later probeert diezelfde of een ander aap het nog eens, met hetzelfde gevolg: weer alle apen nat. Als er daarna nog een andere aap de trap op wil, zullen de anderen hem dat beletten.

Nu halen we één aap uit de kooi en brengen een nieuwe binnen. De nieuwe aap ziet de banaan en wil de trap op. Tot zijn grote schrik springen alle andere apen hem op zijn nek. Na nog een poging weet hij het: als hij de trap op wil wordt hij in elkaar geslagen.

Dan halen we een tweede aap uit de kooi en brengen een nieuwe binnen. Nieuweling gaat naar de trap en krijgt een pak slaag. De vorige nieuwe neemt enthousiast deel aan de afstraffing.

Een derde oude aap gaat er uit en een nieuwe komt binnen. Hij gaat naar de trap en krijgt slaag. Twee van de apen die op hem inbeuken hebben geen idee waarom je de trap niet op mag. Oude aap vier er uit en nieuwe aap erin, enzovoort, tot alle apen die ooit het natspuiten hebben meegemaakt vervangen zijn. Niettemin gaat nooit een aap de trap op.

Waarom niet, meneer ?

Dat doen wij hier gewoon niet, jongeman !


Peter Tersteeg