Die andere graaiers

Zo af en toe bekruipt mij wel eens het gevoel dat ik het even niet meer snap. Nu weer over de graaiers. Inmiddels een bekend begrip geworden waar het Volk een uitgesproken mening over heeft. Bonussen worden per definitie te hoog gevonden door iedereen die weet dat hij/zij nooit een bonus zal krijgen voor zijn/haar prestaties. Ook de salarissen van bestuurders zijn onderwerp van gesprek op de verjaardagen en partijtjes van de minderbedeelden onder ons. En zo heeft praktisch iedereen een salonsocialistische houding over beloningen van bestuurders. Ik geef toe dat sommige bestuurders inderdaad (te) riant beloond worden voor prestaties waar zij zelf nauwelijks enige invloed op hebben gehad. Ook in dat opzicht is de crisis een geweldige uitvinding. De bedrijfsresultaten gaan omlaag, maar omdat er nu eenmaal crisis is kan een bestuurder daar natuurlijk ook niets aan doen. Uit PR overwegingen kun je dan je excuses aanbieden en grootmoedig afzien van de bonus die je toch al niet kreeg. Maar daar blijft het allemaal dan ook bij. Maar als volgend jaar de resultaten weer verbeteren dan wordt dat door diezelfde bestuurders geclaimd als hun vooruitziende blik en hun strategische visie. En dan hebben ze natuurlijk weer recht op een riante bonus. Het zij zo.

Wat mij echter veel meer verbaasd is de gang van zaken bij de Overheid: het Rijk van de bedriegenden die heersen over de bedrogenen. De bedriegenden die zich manifesteren als de verborgen graaiers en de bedrogenen die het niet in de gaten hebben. Daar dacht ik aan toen ik vandaag in de trein zat en zo eens naar buiten keek en om mij heel allerlei riante (semi-) over- heidsgebouwen zag staan. Toen schoot mij de gedachte te binnen over een heel andere categorie graaiers. Graaiers waar niemand zich druk om lijkt te maken. Bedriegenden die als ambtenaar huizen in riante kantoren, waar op niets bezuinigd wordt. In het bedrijfsleven is dat toch wel anders. Daar moet hard gewerkt worden. Daar moet het eerst verdiend worden. Bij de bedriegenden gaat dat anders. Daar zijn geen bonussen, maar wel (immateriĆ«le) rechten. Oneindig veel. En in die wereld is belangrijk dat de ambtenaren vooral maar ontstrest bezig kunnen zijn met het naleven van de vele onzinnige regeltjes. Er wordt goud besteed aan het naleven van onzin. De regelzucht die onbegrensd lijkt. Ambtenaren die komen controleren of je een hond hebt, ambtenaren die bepalen of je wel of niet vanuit je eigen huis mag trouwen, ambtenaren die er op toezien of je een boom in je eigen tuin wel of niet mag kappen, ambtenaren die bepalen hoe het kippenhok er uit moet zien, ambtenaren die bepalen of je je gordel om hebt, ambtenaren die bepalen waar (te hoge) verkeersdrempels of onzinnige rotondes aangelegd worden. Ambtenaren die heel Nederland volzetten met ge- en verbodsborden. Ik heb het idee dat er meer borden langs de weg staan dan dat wij inwoners hebben. Ambtenaren die per definitie een goed pensioen hebben en niet ontslagen worden. Maar wat geeft het. Ambtenaren worden niet op resultaat afgerekend en ambtenaren hebben geen enkel belang bij “excellent presteren”. En de belastingbetalers - de bedrogenen - betalen dit allemaal. En je hoort ze niet. Merkwaardig toch.

Peter Tersteeg