Het
overkomt ons allemaal. We nemen soms een intuïtieve beslissing die
voltrekt anders is dan toen we er over nadachten. Nadenken heeft dus
niet geholpen. Hoe zou dat komen ? Een typisch voorbeeld om eens voor te
leggen aan Bert Bokhoven, de onbekende filosoof. Bert, een briljant
denker. Een uitmuntend filosoof, ook al had hij dat zelf niet in de
gaten. Bert Bokhoven die nadacht over de zin van het leven. Bert die
nadacht over de kleien en de grote zaken in het leven.
Na mijn vraag geordend te hebben kwam Bert vanuit zijn welhaast
encyclopedische kennis met de opmerking dat Ap Dijksterhuis over dit
onderwerp een boek heeft geschreven met de titel "Het slimme
onderbewuste". Bert kon zich heel goed vinden in Ap's benadering en kwam
onmiddellijk tot de kern van de zaak met de opmerking dat het
bewustzijn als het ware op een voetstuk was gezet , het werd gezien als
de kroon op de evolutie. We denken dat het ons onderscheidt van andere
dieren: dat het ons verstandig en rationeel maakt, dat het de baas is in
ons brein en dat het ons gedrag stuurt. Ons onbewuste daarentegen zien
we als ondergeschikt. Het is niet meer dan een hulpje van het
bewustzijn. Freud zag het al als een vergaarbak van ellendige
herinneringen en dierlijke driften die door het bewustzijn beteugeld
moeten worden. Volgens Freud van het onbewuste een bron van dierlijke
driften, die in bedwang moest worden gehouden door het bewustzijn. En
daar gaat collega Freud wat mij betreft in de fout, merkt Bert
bescheiden op. Het is tijd dat het onbewuste definitief uit het
verdomhoekje komt. Dat onbewuste stuurt ons gedrag en regelt ons leven.
Ons bewustzijn wordt alleen maar op de hoogte gehouden van wat er zoal
gaande is; echte invloed heeft het niet. Juist het onbewuste dat vrijwel
alles doet dat psychologisch van belang is. Ons bewustzijn krijgt
alleen maar de memo achteraf, merkt Bert min of mee nijdig op.
Ik heb Bert nog nooit zo obstinaat meegemaakt. In zijn gebruikelijke
ragfijne benadering van complexe problematieken ken ik Bert niet anders
dan zorgvuldig en genuanceerd in zijn oordeelsvorming. Maar ik heb
begrip voor dat Bert geen enkele consideratie heeft met intellectuele
knoeiers. Kennelijk is dit in Bert’s ogen het geval bij Freud en
Descartes. Interessant om mee te mogen maken !
Bert houdt niet op, want niet alleen Freud blijkt roept Bert’s
intellectuele verontwaardiging op te roepen. Ook Descartes moet Bert’s
wrevel ontgelden
waar Bert hem verantwoordelijk ziet voor de eeuwenlange onderschatting
van het onbewuste. Volgens collega-filosoof Descartes bestond het
onbewuste überhaupt niet. Descartes was van mening dat alle mentale
activiteit bewust is en waren en er geen mentale processen zijn waarvan
we ons niet bewust zijn. In Bert’s filosofie van “denken met gevoel” is
dat klinkklare onzin. Nimmer heb ik Bert zo uitgesproken gezien in de
veroordeling van college denkers. Allemaal de schuld van Descartes,
merkt Bert ongebruikelijk emotioneel op. Met ongenuanceerde stelligheid
is Bert van mening dat de strijd aangegaan moet worden met de ideeën van
Descartes en dat het onbewuste gerehabiliteerd moet worden. Immers het
bewustzijn speelt slechts een kleine rol bij wat wij doen. Het belang
van bewuste processen wordt overschat, omdat we ons alleen bewust zijn
van deze bewuste processen. Het is zoals bij een ijsberg. We zijn ons
slechts bewust van het kleine topje van de ijsberg dat boven het
wateroppervlak uitsteekt.
Het onbewuste beslist beter, stelt Bert. Men gaat er vaak vanuit dat
men tot een betere beslissing komt als men er langer bewust over
nadenkt. Bij complexere beslissingen is het beter om de hulp van het
onbewuste in te schakelen. Nadat alle relevante informatie is verzameld,
laat je het onbewuste het werk doen en slaap je er als het ware een
nachtje over. Vervolgens neem je een besluit. Een nachtje slapen doet
wonderen. In die tijd kan je onbewuste namelijk veel meer plus- en
minpunten afwegen dan het bewustzijn kan, omdat de capaciteit van het
onbewuste duizenden malen groter is. De volgende ochtend weet je dan
gewoon wat je moet doen.
Belangrijke ontdekkingen door wetenschappers ontstaan vaak spontaan
(eureka- ervaring); kunstenaars maken vaak ook gebruik van het onbewuste
(inspiratie). Inspiratie heb je of je hebt het niet. Dat is althans hoe
het bewustzijn ertegen aan kijkt. De werkelijkheid is minder
mysterieus. Een eureka- ervaring of vlaag van creativiteit is simpelweg
de uitkomst van een hoop onbewuste arbeid. Mist de inspiratie, dan was
het onbewuste gewoon iets anders aan het doen.
Aan
Jung hebben we het prachtige begrip ‘collectief onbewuste‘ te danken.
Als mens zijn we erfgenaam van een innerlijk, kostbaar, mysterieus
terrein dat veel ouder en omvattender is dan ons persoonlijke, rationele
weten. Ieder heeft hieraan deel door geboorte in onze soort: niets
menselijks is ons vreemd. Familiesystemen kennen een collectief
onbewuste: de “familieziel” Ook hier is sprake van een schatkamer aan
ervaringen, kracht, levenswijsheid en liefde van vele generaties én er
is een gebied waar het té pijnlijke, té moeilijke verdrongen is. In haar
natuurlijke drang naar heelheid en evenwicht zal de familieziel het
verdrongene herhalen tot het geïntegreerd is. Zo worden mensen in latere
generaties veelal onbewust ‘in dienst genomen’ om een lot te dragen,
een taak te volbrengen namens voorouders die dat niet konden. De methode
van familieopstellingen geeft op elegante wijze toegang tot het
collectief onbewuste van het familiesysteem. Zo kan de vaak dramatische
invloed van een of meerdere verstrikkingen in iemands leven verhelderd,
aanvaard en geïntegreerd worden. Daarmee herstelt ook het oudere trauma
en het geheel komt beter in balans.
Dank Bert voor dit Grote Inzicht. Het maakt mij duidelijk dat ook ik
soms intuïtieve beslissingen neem waar mij ratio niets van snapt. Maar
eerlijk gezegd weet ik niet of dat nu echt altijd de juiste beslissingen
waren. Misschien moet ik er toch nog eens een nachtje – of wel meer -
over slapen om voor mijzelf te bepalen of die beslissingen wel zo juist
waren.
Peter Tersteeg